Indonesië, Sumatra & Bali
Allereerst voor iedereen de beste wensen voor 2013!!!
24/12
Een nieuw land, het 6e alweer. Indonesië. Het plan is eerst Sumatra, dan Java, Bali en/of Lombok en als we dan nog tijd over hebben Flores of Sulawesi. Het lijkt lang, 6 weken, maar de afstanden zijn hier heel groot. Vooral Sumatra en Java . Indonesië heeft 238 miljoen inwoners en 17.508 eilanden. Ook hier ben je weer miljonair als je gaat pinnen. 1 miljoen roepia is ca. EUR 78,-. We hebben inmiddels al zoveel verschillend geld in ons handen gehad dat we bijna niet meer weten hoe de euro briefjes eruit zien!! Om 4.30 uur 's ochtends haalt de taxi ons op bij het hotel in Kuala Lumpur. De rit naar KL airport duurt ca. 1 uur. We vliegen om 7.30 uur en zijn ook om 7.30 uur in Indonesië in Medan, op Sumatra, het is hier nl. weer een uur vroeger, wat het tijdsverschil met Nederland 6 uur maakt. Vanuit het hypermoderne Kuala Lumpur gaan we 30 jaar terug in de tijd. Medan is een vieze grauwe stad, maar hier landen we gelukkig alleen. We reizen direct door naar Bukit Lawang, naar de jungle waar het Orang Oetan reservaat is. We gaan met de lokale bus, vanaf het busstation dat op een half uurtje van de luchthaven ligt. De moed zakt je in de schoenen als je door Medan rijdt. Het verkeer is zoals we nog niet hebben gezien, zelfs niet in Vietnam. Het busstation blijkt een straat te zijn waar aftandse busjes het lokale vervoer zijn. Denkend aan de massage stoelen onderweg van Singapore naar Kuala Lumpur stappen we in een busje dat vorige eeuw al op de sloop had moeten liggen. Er is ARKO (alle ramen kunnen open) en heel weinig ruimte voor iedereen boven de 1.50 m. De busjes vertrekken pas als ze vol zijn, en bij vol moet je denken aan 20 mensen in een 10 persoons busje. Bagage wordt met een dun touwtje op het dak gebonden en er wordt gewoon gerookt, ook al is er een baby bij. Zodra je Medan uit bent is de natuur prachtig. Palmolie plantages, bergen en rijstterassen. Uiteindelijk doen we er 3 uur over dankzij de chauffeur die als een dolle rijdt. De afstand: 89 km. Aangekomen bij het busstation van Bukit Lawang moeten we in een becak, een brommer met daaraan een zijspan gelast! Wij zijn niet dik, maar we pasten maar net! De chauffeur zet ons af in het dorp en dan moeten we nog 20 minuten langs de rivier lopen (met je backpack, 30 graden en maar 3 uur slaap) om bij onze accommodatie te komen: Sams Bungalow. We hebben een luxe bungalow met een groot balkon met hangmat waar vanaf je over de rivier zo de jungle inkijkt. Je ziet de apen door de bomen slingeren. Niet de Orang Oetans, die zitten dieper in de jungle. Het is wel even slikken, onze eerste accommodatie zonder Wifi (in het hele dorp is geen wifi) en we hebben koud water. Er is koud en koud, maar dit is steenkoud! We bekijken het dorp, boeken vervoer naar de volgende bestemming en een jungle tocht van 1 hele dag om de Orang Oetans te zien, waarbij je terug via een tube op de rivier gaat. Op kerstavond eten we heerlijk bij Sam en als we terugkomen in onze bungalow krijgen we bijna een hartverzakking. We horen een hoop kabaal op het dak: apen! Als ze dat maar niet ’s nachts doen! De mensen zijn hier super vriendelijk en iedereen spreekt wel een paar woorden Nederlands. Eerste Kerst gaan we naar de voederplaats van de Orang Oetans in het national park in de jungle. Ons guesthouse ligt vlakbij, alleen de sterk stromende rivier over met een wiebelboot aan een touw en dan de jungle in.
Bij het voederplatform geen aap te bekennen. In dit seizoen is er veel fruit in de jungle en hebben ze geen honger. Al we terug lopen uit de jungle, een beetje balend dat er geen aap te zien is, horen we van alles boven ons, en ineens stikt het van de apen, maar geen Orang Oetans en daar kwamen we toch voor. Als we verder lopen zitten er ineens 2 volwassen exemplaren met 2 baby's vlakbij. Ze zijn groot!! En mooi!! In je enthousiasme vergeet je dat je niet te dichtbij moet komen, maar dan laten ze even merken dat je achteruit moet. Met de borst naar voren komen ze dan dichterbij en geloof het maar, dan ga je echt wel achteruit. We bekijken ze een poos en gaan dan terug met de wiebelboot. Een mooier kerstcadeau hadden we niet kunnen bedenken, onze eerste Orang Oetan in het wild!! 's middags kijken we nog even in het dorp, waar de rivier voor veel vermaak onder de lokale bevolking zorgt. Kinderen met banden in een rustig stuk van de rivier. We zijn met onze lengte een soort attractie hier, iedereen wil met ons op de foto. Zeker Ilona bekijken ze als attractie. Zo lang!! Da's wel grappig. Als we gedoucht zijn liggen we nog wat in de hangmat op de veranda, kijken of we nog apen zien aan de overkant van de rivier. Er liggen bananenschillen in een afvalbakken buiten op tafel.Vanwege de mieren moet je zulke dingen buiten leggen. Ineens wordt ons terras bestormd door 3 apen die het zakje meepakken. Ze lopen bijna over ons heen. Wij staan wel direct binnen met de deur dicht! Tweede kerstdag doen we een trekking in de jungle, ca. 7 uur. Om 8 uur vertrekken we nadat we nog maar weer eens op de foto moeten. Als we voor iedere foto die van ons gemaakt is hier een dollar krijgen, kunnen we in het Hilton slapen straks! We zien Thomas Leaf apen, gibbons, makaken en als kers op de taart 2 Orang Oetans. Zo bijzonder om deze dieren in het wild te zien. We zien ook de nesten die ze iedere dag bouwen om te slapen. We lunchen in de jungle met nasi, spiegeleitje en vers fruit. De apen zitten rond ons in de bomen te loeren naar het fruit. Vooral de rambutans vinden ze lekker. Als we klaar zijn geven we ze wat fruit dat ze uit je hand komen pakken. Robin geeft een banaan, maar die gooit ie terug naar Robin, hij wil, zo blijkt, rambutan. Hoezo, kieskeurig? De trekking is zwaar, maar de moeite waard. Robin heeft nog een bloedzuiger op z'n enkel. Als ie eraf is blijft het wondje bloeden, maar de jungle is een grote apotheek. Er worden blaadjes van een bepaalde plant getrokken en deze moet je in je handen rollen tot er een soort papje ontstaat en dit smeer je erop, 5 minuten later is het bloeden gestopt. We zwemmen bij de waterval en spoelen de slik van ons af. We zien nog 2 varanen bij de rivier. Terug ga je met de tube (grote zwarte banden aan elkaar vastgemaakt) de rivier af. Dit was echt zo leuk! Er zit heel veel stroom, dus je gaat enorm hard. Daarna een heerlijke KOUDE douche!! Goed voor de spieren zullen we maar denken! Niemand heeft hier warm water, en ze doen alles in de rivier. Kleren wassen, afwassen, badderen. We proeven eindelijk een Durian, een vrucht die verschrikkelijk stinkt, en ook helemaal niet lekker is! De geur is zo sterk (en ranzig) dat je deze niet in hotels en guesthouses mag meenemen. Apen zijn er dol op.
27/1: We laten de jungle weer achter ons en vertrekken naar Lake Toba, een van de diepste meren ter wereld en het grootste van zuidoost Azië. We nemen deze keer de tourist bus, het is nl. 7 uur naar Lake Toba en dan is het wel fijn als je een eigen stoel hebt. Het is een lange reisdag. Door de vele auto's, scooters en de slechte wegen doen we er 8 uur over! Hij stopt regelmatig waar we fruit kunnen kopen of iets anders voor de lunch. Dan nog meer dan een uur met de boot. We zijn gebroken als we aankomen. We hebben een guesthouse op het eilandje Samosir, in Lake Toba, een origineel Batak huis, met WARME douche! Een bloedhete, want als je 'm kouder wilt zetten gaat het warme water uit. Het andere uiterste dus. Het uitzicht over Lake Toba is geweldig!! Het eerste guesthouse waar je je toiletpapier moet kopen! In Indonesië is toiletpapier een luxe artikel, een rol kost hetzelfde als een kop koffie! We huren een scooter om over het eiland te kunnen touren. Het meer is nl. 100 km lang, dat loop je dus niet even! Het dorpje Tuk Tuk is klein met leuke barretjes en restaurantjes. We eten heerlijk zelf gemaakte yoghurt, dat is heeeeeel lang geleden. De omgeving ziet er mooi uit. Overal uitzicht op het meer en Batak huizen, van de oorspronkelijke bewoners.
We besluiten een luie dag te houden, we hebben toch genoeg tijd hier. Heerlijk lezen op ons balkon en genieten van het prachtige uitzicht. Er zitten hier enorme zwarte torren of kevers, je hoort ze aankomen, zo groot en zoveel lawaai maken ze. Als die tegen je aan vliegen heb je een bloeduitstorting! We plannen ook deels de verder route in Indonesië, we moeten een vlucht boeken om van Sumatra weg te komen, want via de weg zijn we 3 dagen kwijt en dan moeten we nog een dag met de boot. Sumatra is zo groot en zo slecht begaanbaar qua wegen, daar hadden we ons echt op verkeken. Ipv eerst naar Java, vliegen we 3/1 naar Bali, dan kunnen we misschien Ilona d'r verjaardag op de Gili eilanden vieren. Weer eens wat anders dan in de regen, kou of sneeuw, zoals meestal in januari. Om op tijd in Medan te zijn voor de vlucht naar Bali moeten we 2/1 al gaan reizen omdat de reis naar Medan ca. 8 uur-10 uur duurt. Als we 's avonds naar het dorp willen om te eten breekt er boven Lake Toba noodweer los, een onweer zoals we nog nooit hebben gezien. Met de regen erbij zit er niets anders op dan in het guesthouse te eten, ook lekker, maar net iets minder leuk dan in het dorp. De volgende dagen touren we met de scooter over het eiland en hoe verder je van de toeristen plaatsen weg gaat, hoe verder je terug gaat in de tijd. Mensen wonen in houten huisjes, hutjes, zonder stroom of stromend water. Veel originele Batak huizen zie je hier, we zijn er in een binnen geweest, maar dit heeft ook geen enkele luxe. Geen badkamer, alles in 1 ruimte. Het is nog een origineel Batak dorp, met een soort schandplaats waar vroeger voor publiek mensen werden onthoofd. Je weet ook niet wat je ziet onderweg, de was hangt op de bosjes te drogen bij gebrek aan een waslijn, uiteraard op de hand gewassen. Kinderen van soms nog geen 10 rijden hier al op een scooter, met jongere broertjes en zusjes achterop. Het maximum aantal mensen op een scooter hier staat op 6! Oma, vader, moeder, kinderen en baby's. We proberen te zoeken naar een pinautomaat, want net zoals in Bukit Lawang is dat hier ook weer een probleem. En als we er dan 1 van de twee vinden op dit eiland, neemt ie onze pas niet! Dat wordt dus de andere zoeken (morgen). We komen langs een plek waar ze een of meerdere koeien hebben geslacht, het vlees wordt, in de volle zon, in porties verdeeld.We hebben wel een heerlijk adres gevonden waar ze zelfgemaakte yoghurt hebben, zelf gebakken bruin brood en de heerlijkste pannenkoeken! Als we 's avonds op ons balkon zitten lijkt het alsof het al Nieuwjaar is. Het vuurwerk komt van alle kanten, zal wel net als bij ons zijn, ze kunnen zich niet inhouden tot oudjaar.
31/12: De zoektocht naar een pinautomaat wordt de volgende dag voort gezet. De andere kant van het eiland. Ook hier weer schitterende natuur. Bij het dorp Tomok is er een ATM, maar wat blijkt? Niet voor internationale passen!! Dat wordt dus een tochtje naar het vaste land morgen. Maar eerst party vanavond! Er is een party met live muziek in Roy's Pub, we gaan hier naar toe met nog twee andere koppels die bij ons in het guesthouse zitten, Engelse en Amerikanen. Eerst gaan we eten in het dorp, we zitten en hebben besteld als er een invasie binnenkomt, een grote groep Chinezen, 25 man, en tot onze verbazing nemen die gewoon hun eigen eten mee!! Je eet hier uitgebreid met drinken erbij voor 4,- pp!! Dat kun je je bij ons ook niet voorstellen toch, dat je naar een restaurant gaat en dan je eigen eten meeneemt. Om 10 uur beginnen we aan de wandeling naar Roy's Pub. De band is al gestart en zowel toeristen als lokale bevolking zijn er. Om 23:55 tellen ze af vanaf 5 en is het, voor ons gevoel te vroeg, 2013!! Vuurwerk vliegt om je oren. Iedereen roept Happy New Year, ook als we later terug lopen naar huis. We worden overal gevraagd om nog wat te komen drinken of een joint te roken!! Dat doen we dus maar niet! Het is een bijzondere oud & nieuw, vooral omdat het in Nederland pas 6 uur later nieuwjaar is! Nieuwjaarsdag genieten we van onze laatste dag hier, gaan naar het vaste land om te pinnen (nooit zoveel moeite moeten doen voor een geldautomaat!). Als je naar het vaste land wil hier ga je op het halve uur aan het water staan en zwaai je naar de veerboot en die komt dan vervolgens. Alleen niet als wij willen. 3 boten, gezwaaid alsof we vluchtelingen waren, maar er kwam geen boot! Dan maar in een hotel proberen. En ja hoor, het lukt. De volgende dag vertrekken we naar Medan, boot van 8.30 uur. Daarna nog ca. 6 uur in de bus. Voor een stukje van 185 km! In Indonesië rookt 90% en er wordt dus gewoon in de bus gerookt. Dat kun je bij ons toch niet meer voorstellen? Na een lange rit worden we gedropt bij een taxi standplaats, waar de becaks staan. We proppen ons met de tassen in een becak en na een dollemansrit (het is net of het bakje achterover kiepert als ie optrekt) eindelijk in ons hotel!
3/1: Om 13 uur vliegen we vanaf Sumatra naar Bali. 5 uur vliegen incl. een stop in Jakarta en de klok moet weer een uur vooruit. We gaan naar Ubud, bekend om z'n rijstterassen, omgeving en van het boek en de film eten, bidden en beminnen. De eigenaar van het guesthouse haalt ons op van de luchthaven en na ruim een uur zijn we in ons guesthouse. Een origineel Balinees huis. We moeten nog eten en zoeken om 21.30 nog een restaurant, maar dat is hier geen probleem. We komen bij een café/restaurant waarvan de eigenaar een Nederlander is en er na een half uur live muziek is. Vier jonge gasten met 3 gitaren en een drumkistje. Super! Eindelijk weer eens een glas wijn, da's ook al lang geleden. De volgende dag na het ontbijt gaan we Ubud verkennen, te voet. Wat een verschil met Sumatra, veel meer ontwikkeld. Leuke restaurantjes, barretjes, winkeltjes. En meubels van teak om van te watertanden! Ze doen hier ook veel aan beeldhouwen, schilderen en houtbewerking. We moeten hier ook ons visum verlengen, want we hebben een visum on arrival gehad voor 30 dagen en we blijven 6 weken. Voor de verlenging heb je een speciaal visa bureau nodig en die zitten hier genoeg. Shoppen loont zo blijkt, het eerste kantoor vraagt 1 miljoen roepia p.p en 5 werkdagen. Het tweede kantoor 750.000 roepia en 10 werkdagen en het derde kantoor 500.000 en 4 werkdagen!!! Hetzelfde voor de boot naar Gili Trawangan. Er gaat een snelle boot en een langzame: 2 uur of 10 uur reistijd is het verschil. De prijs 600.000 of 150.000. Een paar kantoren verder hebben we de snelle boot voor 300.000 (25 EUR). Niet moeilijk dus, dat wordt de snelle boot. We verdwalen, nemen een omweg van een half uur extra lopen en we nemen nog wat foto's onderweg, alleen blijkt bij thuiskomst de kaart niet in de camera te zitten!! Lekker slim. Gelukkig is het maar in de buurt, en niet tijdens een tour! Na het ontbijt, wat weer eens een omelet was me van alles erin (knoflook, chilipepers, tomaat: wat is er mis met een omelet van alleen ei???) nemen we de fietsen van het guesthouse, als we dan verdwalen maakt het niet zo uit. Het verkeer is hier ronduit gevaarlijk, echt als je spanning en avontuur zoekt: ga fietsen in Ubud. De auto’s en scooters rijden rakelings langs je, soms raken ze gewoon je stuur, maar ze rijden gelukkig niet hard. We brengen onze paspoorten weg voor de verlenging van de visa en kopiëren onze USB stick om deze op te sturen naar huis. Als we een bakje koffie doen met gebakken banaan met ijs, barst een enorme regenbui los. Da's akelig, in een tentje met Illy koffie en lekkere dingen! 's Avonds weer eens een pizzeria bezocht, heerlijk! Dag 3 in Ubud doen we een tour naar de beroemde rijstvelden, de koffieplantages, een tempel en een berg van waar je mooi uitzicht hebt op de rijstterassen. De rijstterassen zijn geweldig. Bij de koffieplantage hebben ze Luwak koffie, genoemd naar het dier dat een belangrijke rol heeft in het proces. De koffiebes wordt verbouwd op plantages. Hier wordt deze gegeten door de loewak, een civetkatachtige. Het vruchtvlees wordt verteerd, maar de pit blijft intact en passeert het maag-darmkanaal. Door fermentatie krijgt deze zijn geliefde exquise smaak. De pitten worden hierna teruggevonden in de ontlasting van de loewak en vervolgens gewassen. Om de smaak zo veel mogelijk te behouden, worden de pitten meestal licht geroosterd. Aangezien de ontlaste bessen moeilijk te vinden zijn, is de prijs zeer hoog en heeft de koffie een exclusief karakter. Deze koffie is heel speciaal en poepieduur! Een kilo koffie kost 600 euro en van wilde Luwak zelfs 6000 euro! Hier kost een bakje 50.000 roepia, ca. 4 euro. En ja, we hebben geproefd! Eerlijk is eerlijk het was lekkere koffie. We mochten ook alle andere koffie proeven, die was gratis. Na de koffie naar de tempel, waar de hindoes de offers brengen. Daarna nemen ze een bad in het heilige water. Heel apart, ze staan zelfs in de rij. We hebben een uitgebreide lunch met uitzicht op de rijstterrassen. In de middag een tropische bui, een lange, waardoor we de andere tempel niet meer kunnen bezoeken, maar het was een superleuke tour.
Onze gids spreekt heel goed Engels en vertelt ook veel over Bali en Indonesië. Zo koop je hier bijvoorbeeld je rijbewijs, wat natuurlijk het rijgedrag verklaart. De politie heeft hier een heel goed salaris en een makkelijke baan (weinig criminaliteit), maar als je aangehouden wordt vragen ze toch om geld, ook al is er niets mis. Je kunt dan maar beter betalen, anders zoeken ze net zo lang tot ze iets vinden. Dat je geen gordel draagt of geen helm maakt allemaal niet uit. Indonesië kent veel corruptie en ook de politie maakt daar onderdeel van uit. De laatste dag in Ubud schrijven we het reisverslag, verwerken de foto's, doen een massage en luieren nog een beetje. Morgen vertrekken we naar Gili Trawangan, met de boot. Daarna doen we nog Java en zit de tijd er in Indonesië weer op, maar dat is voor het volgende reisverslag!!
Groetjes uit Ubud, Bali
Robin en Ilona
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}