Australië: The land down under
23/3
We vliegen om 19 uur vanuit Manila naar Singapore en van daaruit naar Sydney, waar we om 11:50 uur aankomen. We vliegen met Singapore Airlines. Wat een verschil met de eerdere binnenlandse vluchten: we mogen weer fijn 25 kg meenemen (naar Boracay mocht je 10 kg meenemen) en we hebben een fijn entertainment system met films, muziek en tv series. We vliegen in totaal ook zo'n 11 uur, dus erg welkom! Als we 's ochtends in Sydney aankomen gaat de klok 3 uur vooruit. Wat is het hier georganiseerd en schoon! Eerst maar eens de camper ophalen, we nemen een taxi, met maar een beetje slaap en dan uitzoeken of je er ook met openbaar vervoer komt is geen goed idee. Het is niet ver, maar voor de 10 minuten mogen we toch bijna $ 40,- afrekenen!! Ooohh, we moeten zo omschakelen. In Manila kon je daar twee dagen voor in een taxi zitten! We halen de camper en na de uitleg rijden we weg. Eerst op zoek naar een supermarkt en dan naar een camping waar we kunnen douchen en kunnen overnachten. Het is zo wennen, links rijden, een camper, de borden hier.... En ja hoor, als we een paar keer mis rijden omdat de navigatie iets te laat aangeeft dat we af moeten slaan, rijden we ineens midden door het centrum, over Harbour Bridge, we kunnen het Opera gebouw heel duidelijk zien naast de brug. Dat was niet helemaal de bedoeling, maar uiteindelijk raken we het centrum uit. Eerst maar naar de camping en dan de supermarkt. We vinden een camping buiten Sydney met douches en elektriciteit. Voor 1 nachtje en dan gaan we de blue mountains in. De boodschappen besluiten we een dag later te doen, we zijn te moe. Na een douche en eten, het bed in de camper gereed maken. Heel knus zo! Er is free wifi op de camping, maar die werkt voor geen meter. Morgen eerst om pocket wifi, dan hebben we het altijd bij de hand en in eigen beheer.
25/3: Boodschappen gedaan en wifi geregeld, op weg met de camper naar blue mountains. We moeten nog steeds wennen aan het stuur aan de andere kant, alles is gespiegeld. Schakelen met links, de richtingaanwijzer aan de andere kant.... Heel vaak gaan de ruitenwissers aan, als we naar links of rechts willen. Als het regent zal de richtingaanwijzer vaak aan gaan... Het is hier warm, maar niet zo vochtig warm als in Azië, alleen 's avonds koelt het iets meer af. We rijden blue mountains in, een enorm natuur park met eucalyptus bomen zover je kunt zien. We spotten onze eerste kangoeroe, jammer dat hij met zijn poten omhoog ligt langs de kant van de weg. We zullen vast nog genoeg levende exemplaren zien. De wifi werkt, heerlijk, alleen hier tussen de bergen is er geen bereik. We kamperen op een free camping spot, midden in de bossen, echt gaaf. We koken voor het eerst in 7 maanden! Macaroni, en het smaakt heerlijk. De volgende dag rijden we door het national park van de blue mountains. We zien eindelijk levende kangoeroes, of walibi's, we zien het verschil niet. Bossen zover je kunt kijken. We bezoeken de 3 sisters, een rotsformatie in de blue mountains en rijden door naar Lake St. Claire waar we overnachten. De afstanden zijn hier enorm, we dachten dat we wel van Sydney maar Frasier Island konden en weer terug, maar dit gaan we waarschijnlijk niet redden, dan moeten we zo haasten en alleen naar in de auto zitten, hmmm, we zien wel hoe ver we raken en op welk punt we terug gaan naar Sydney. Daar willen we nl ook nog wat tijd doorbrengen.
26/3: Van Blue mountains terug naar de kust. Eerst Port Macquarie. We zien onderweg een groep kangoeroes de weg over springen, zo apart! We zien ook nog vliegende vossen, mega grote vleermuizen, bij zonsondergang gaan die op zoek naar eten en komen met duizenden uit het bos naar het meer. Recht over de camper, en een kabaal!! Het strand bij Port Macquarie is mooi, maar de meeste mensen komen voor het surfen, er zijn reusachtige golven en heel veel body boarders, heerlijk om naar te kijken. We zien zelfs dolfijnen! Eerst denk je dat je het niet goed ziet, zo'n vin in het water, maar het waren er 4 en vlakbij de kust. We kamperen op een gratis camping bij het strand. We maken 's avonds een vuur, het waait enorm aan de kust en dan blijft het lekker warm. Als we aan het eten zijn zien we hele rare vogels, en 's avonds denken we dat er een kat in de boom zit, maar dit blijkt een possum te zijn, een knaagdier ter grootte van een kat. Met onze 2 gaspitjes in de camper zetten we toch de heerlijkste maaltijden op tafel, het is echt fijn weer zelf te kunnen koken. Jammer dat er geen vaatwasser in zit!
Als we de volgende ochtend zitten te ontbijten springen er ineens 3 kangoeroes rond onze camper! Ze zijn totaal niet schuw en blijven rustig zitten terwijl wij foto's maken. Nu willen we nog koala's zien, maar die zijn lastiger te vinden in het wild. Dat wordt dan pas in Brisbane, in Lone Pine Zoo.
30/3: We gaan steeds noordelijker en komen bij Coffs Harbour. Eerst op zoek naar een camping en dan naar het strand. Omdat het Pasen is het megadruk, alle Australiërs kamperen, zo lijk het. Campings zijn hier goed georganiseerd, met keukens, bbq's, wasmachines en drogers. Australiërs zijn vriendelijk volk, altijd een: hi mate! How are you? Een beetje onbehouwen en luidruchtig, dat ook. We geven toch de voorkeur aan de camp sites in de nationale parken, daar is het rustiger, kun je een vuurtje maken en zit je midden in de bossen. Maar daar zijn geen douches, geen stroom en geen water om de tank te vullen, dus die moeten afgewisseld worden met campings met faciliteiten. De volgende dag vinden we weer zo'n national park camping. Bundjalung National Park, Black Rock Park. Aan het strand, mooie ruime plaatsen met een eigen vuurplaatsje. Wel een beetje jammer dat het gaat regenen. Apollo heeft ons geen luifel gegeven, dus dan moet je echt binnen zitten. Dat zijn we niet meer gewend!! We besluiten dat we op de terugweg hier nog eens langs gaan, deze bijzondere camping en hopelijk is het dan droog. Door naar Byron Bay. We blijven hier 2 nachten. Het is overvol in Byron, deels omdat het Pasen is, deels vanwege een muziekfestival van 4 dagen. Het is wel een heel leuk plaatsje, beetje hippie-achtig. Veel surfers ook. We lopen naar de vuurtoren die op het meest oostelijke puntje van Australië ligt. Je hebt er een mooi uitzicht over de kust en we zien een school dolfijnen, wel 12. We doen een koffie bij Twisted Sista en gaan eens lekker zitten om het gevarieerde publiek te bekijken. Het is hier heel normaal om in je bikini op straat te lopen en boodschappen te doen, 50% loopt hier op blote voeten op straat en zeker 50% van de vrouwen draagt geen bh. Je snapt het, er is veel te kijken. Een bijzonder plaatsje, Byron Bay. We rijden naar Brisbane, hier willen we Lone Pine Zoo bezoeken. Eerst een camping zoeken en dat valt niet mee. Er zijn hier geen gratis camp sites, het wordt dus een dure camping, maar wel met stroom en warm water. Als je van New South Wales naar Queensland rijdt (verschillende staten) moet onderweg je horloge een uur terug, in Queensland doen ze niet aan zomertijd, vandaar het verschil. We komen diverse tol borden tegen, maar nergens hokjes om te betalen..... Je moet geregistreerd staan en dan betaal je automatisch tol. Uhhh, waar/hoe?? Nu maar hopen dat ons verhuurbedrijf de camper heeft geregistreerd. Op het niet betalen van tol staan straffen zo melden de vele borden langs de weg! Omdat onze biologische klok niet mee doet met de tijd hier zijn we vroeg wakker. We ontbijten en rijden naar Lone Pine, waar we om 9 uur als een van de eersten naar binnen gaan. Overal Koala's, en niet in hokken, maar gewoon in de bomen. Je mag een koala vasthouden en er mee op de foto. Dit kost natuurlijk een smak geld, maar wanneer kun je nou met een koala knuffelen? Doen dus. Echt geweldig. We voeren kangoeroes en zien de meest vreemde dieren die in Australië leven waaronder een platypus (vogelbekdier), wombats en de tasmanian devil . Nadat we echt alle koala's hebben gezien gaan we terug naar Byron Bay. Vanaf daar willen we het binnenland in en terug zakken naar Sydney. Ons horloge moet weer een uur vooruit als we New South Wales binnen rijden. Boodschappen moeten ook weer worden gehaald. De Aldi in Byron Bay is een fijne winkel. Nog steeds duur, maar voor Australische begrippen prima te doen. 's avonds begint het ineens te storten, zodat we genoodzaakt zijn binnen te eten en te koken. Ook ’s nachts stort het af en toe zo hard dat we bang zijn dat we niet meer op de camping staan als we wakker worden. Wat kan het hier regenen zeg! De volgende dag is het gelukkig weer droog en we zijn niet weg gespoeld! We gaan terug naar Black Rocks, het nationale park met campsites aan zee waar we al eerder waren. Dit was zo'n leuke plek. Het was vorige keer gratis omdat we de ranger, die het geld komt ophalen, net mis liepen omdat we toen vroeg vertrokken. Misschien nu weer? Fijn voor het budget. We hebben weer een plek met een picknick tafel en bbq en we beginnen eens met een planning voor Nieuw Zeeland, lekker in het zonnetje. We hebben een kaart gevonden, dat plant wat makkelijker. Hier in Australië rijden we eigenlijk tot we wat zien en hebben we niet echt een planning, maar in Nieuw Zeeland hebben we helaas minder tijd en hebben we meer op ons verlanglijstje staan. 's avond eten we heerlijke hamburgers van de bbq. Dan terug het binnenland in, we volgen de waterfall route. Er wordt veel gesproken over deze route, het schijnt ontzettend mooi te zijn. Het is flink klimmen geblazen naar de waterfall way. De temperatuur zakt heel snel als we hoog zitten. Kunnen we alvast wennen aan Nieuw Zeeland, daar is het straks een stuk kouder. De route is echt mooi, veel watervallen en hele mooie uitzichten. Waar we moeilijk aan kunnen wennen is dat ze zo vreselijk hard rijden, het mag hier ook. Op tweebaans wegjes in de bergen: 100! Of we zijn het na 7 maanden Azië niet meer gewend of het is gewoon te hard! We vinden een campsite in een national park, 15 km van de weg af. Over een verhard pad rijden we naar een meertje waar de plekken zijn. Midden in de natuur, met een bbq, een picknicktafel en vuurplaats. We parkeren de camper en maken een vuur, het is nodig bij deze temperaturen. We staan hier alleen, bijzonder, maar ook een best een beetje eng. Het is pikkedonker in het bos en behalve ons vuur is er geen licht. Hmmm, de kachelpook gaat mee het busje in. 's ochtends worden we gewekt door de zon en als we de gordijnen open doen zitten de kangoeroes rond het busje, zo mooi! We moeten de plek helaas wel verlaten want we hebben stroom nodig en een douche, en we willen kleren wassen. We rijden met een bijna lege tank weg en hopen dat we snel een pomp vinden. We rijden in een national park waar we pas over 80 km uit zijn en zoveel benzine hebben we niet meer. Na 20 km komen we in de middle of nowhere een pomp/restaurant tegen. Hier worden we geholpen door een gast uit Gent! Hij reist in Australie en werkt af en toe om de reis te bekostigen. We hebben het even over Gent, de cafés en de Gentse feesten. En over de Grey Nomads, gepensioneerde Australiërs die met een 4wd en caravan rondtrekken van hun in 1 x uitgekeerde pensioen. De wereld is eigenlijk weer heel klein merk je dan. We zien onze eerste koala's in het wild! Een onderweg, en de tweede op de camping. De volgende morgen als we wakker worden zitten er 2 heel laag in de boom naast onze camper. Het schijnt heel bijzonder te zijn als je ze in het wild van zo dicht bij kunt zien! We are lucky, vertelt de eigenaar van de camping, er zijn Australiërs die nog nooit een koala in het wild hebben gezien. Alles is weer gewassen, opgeladen en opgevuld (watertank) dus we kunnen weer in een national park kamp eren. Er zitten er 3 bij het strand, bij Indian Head. Als we de site oprijden zitten de kangoeroes gewoon op het terrein en ze gaan niet weg, gewend aan mensen! We moeten deze keer wel een fee betalen want de ranger is op het park dus we komen er niet onderuit. De fee is net zoveel als een gewone camping met warm water en stroom!! Hmmm, blij dat we de andere keren lekker gratis hebben gestaan! Na 2 dagen wildernis is het weer tijd voor een reguliere camping. We komen uit in Newcastle. 's middags zien we nog dolfijnen aan het strand. We gaan terug het binnenland in, Hunter Valley, waar veel wijn vandaan komt. Onze laatste mogelijkheid in een national park te overnachten voor we terug zijn in Sydney.
13/4: We zijn terug in Sydney. We staan 3 dagen op een camping in Sydney, met de trein staan we in 20 minuten in het centrum. We gaan met de ferry van Manly naar Sydney, een boottocht langs de opera en harbour bridge. Hier zijn we natuurlijk al langs gereden, op de eerste dag, maar nu gaan we op ons gemak, met de camera! Sydney is echt een leuke stad. We doen Bondi Beach, en nemen een kijkje bij de strandwachten, beroemd van tv! Alleen is er weinig actie. Het water is niet super wild, het is niet beredruk en er zijn geen haaien. De strandwacht heeft een relaxte dag! Verder slenteren we veel in Sydney zelf, echt een leuke stad met veel barretjes, winkels en andere leuke dingen. De laatste dag brengen we de camper terug en slapen we een nacht in een hotel, een echt bed na 3,5 week!! Hier schrijven we ook dit reisverslag. We hebben wel even moeten wennen aan Australië. Het is zo enorm groot, ook de afstanden zijn immens. Als je Europa op Australië zou leggen, blijft er nog ruimte over, zie het kaartje. Je kunt in de tijd die wij hadden dan ook maar een klein deel doen, wil je niet iedere dag honderden kilometers rijden. We hebben 3500 km gereden in 3,5 week. We vonden het in het begin duur en steeds hetzelfde qua omgeving, maar eerlijk is eerlijk we hebben hele mooie dingen gezien, voornamelijk de kustlijn, bergen en de dieren hier. Waar kom je op één dag koala's, kangoeroes, slangen, papegaaien en reusachtige hagedissen tegen? En dan nog wel bij je camper! We hebben erg genoten van de vrijheid met ons campertje. Weg wanneer je wilt en altijd je huis/bed bij. Mooie plekken op free camp sites en in nationale parken.
We vliegen morgen naar Nieuw Zeeland, naar Christchurch. De vlucht is niet zo lang, 3 uur deze keer. De klok gaat weer 2 uur vooruit. Het verschil met Nederland is dan 10 uur. Als het bij jullie 8 uur 's ochtends is, zitten wij aan het diner (18 uur). We hebben daar weer een camper gehuurd (met douche en toilet deze keer!) en doen in 2,5 week het noorder en zuider eiland. Ambitieus, maar we denken dat het gaat lukken datgene te zien wat we willen zien. Veel rijden, maar daarna hebben we 3 weken tijd om te relaxen op Cook. Maar da's voor volgende keer. We houden jullie op de hoogte!
Veel liefs, Robin en Ilona
Filipijnen: Malapascua, Palawan, Boracay en Manila
21/2
We zijn in een ander paradijs beland: Malapascua. Een heel klein eiland ten noorden van Cebu met azuurblauw water en hagelwitte stranden. Het was weer even een tour om er te komen, maar daar zijn we wel aan gewend inmiddels: bus naar de haven, boot naar Cebu Island, tricycle naar het busstation, bus naar andere haven, boot naar Malapascua Island. Gelukkig vaarden de boten, want de dag ervoor zat een Frans stel dat we hadden leren kennen vast op het eiland omdat er geen boten vaarden. Er was in het zuiden in Mindanao een tyfoon en daar hadden wij de regen en de wind van. We hebben vanwege volle bezetting 2 verschillende accommodaties moeten boeken, 1 voor 1 nacht en 1 voor 4 nachten. Beide aan het strand en naast elkaar, scheelt weer een hoop gesleep met de rugzak. Een Italiaans restaurant naast de deur, het kan slechter! Malapascua is weer heel anders en kleiner dan Bantayan. Dit eiland loop je in 3 uur rond. Er lopen hier veel duikers vanwege de Tresher haaien die hier zitten. Die doen niets, maar als ik er een mocht zien bij het snorkelen, zit ik binnen 10 seconden terug op mijn handdoek! Onze eerste accommodatie is geweldig, een balkon met zeezicht, heerlijk eten (beetje duur dat wel) en een privé strandje. Jammer dat het maar voor 1 nacht is. De andere accommodatie is bij lange na niet zo mooi, maar ja, het is nog steeds geen straf! We eten 's avonds bij een restaurant met een Engelse eigenaar en het is lekker, heel veel verse groente, aardappeltjes en een karbonaadje gegrild zoals het moet!
Alle restaurants en barretjes zitten aan Bounty Beach, op het strand. Alles is met lichtjes en lampions versierd, er is zelfs een floating bar. Je wordt opgehaald en teruggebracht met een bootje. We lopen naar de vuurtoren, die wat lastig te vinden is, maar een locaal jongetje helpt ons wel. Dat hadden we nooit zelf gevonden. Het uitzicht is super. Het is leuk om door deze kleine dorpjes te lopen. Overal hangt was, wassen mensen zich bij de waterput, draaien varkens aan het spit en horen we Karaoke. De favoriete bezigheid van de Filipino's, na gokken op hanengevechten en eten.Voor de volgende dag boeken we een snorkeltour. Buboy met z'n zoon Lourens (3) komen ons halen met de boot. We gaan naar 3 snorkel plekken. Het is heerlijk om te varen, het eiland rond. Buboy vertelt dat z'n zoon altijd meegaat, en soms ook z'n dochter (1). Zonder bandjes of zwemvestje en zonder zwemdiploma. Wat een rijkdom, gewoon iedere dag met je kinderen gasten meenemen uit varen. Hij vertelt dat hij 5 broers en 6 zussen had, maar er zijn er nu nog maar 6 in totaal! Hij is jonger dan ons...... Nog een dag strand en dan vertrekken we naar een nieuw paradijs: Palawan.
26/6: Om 6.30 uur nemen we de boot naar Cebu, waar de bus ons in 4 uur naar Cebu city brengt. We zullen proberen een beeld te schetsen hoe het hier gaat: de boot van 6.30 uur betekent dat je om 6.30 uur met een sloepje naar de grotere banca wordt geroeid. Iedereen op de boot, behalve de schipper, die komt 5 minuten later aangevaren. Het water wordt uit het ruim gepompt en dan worden de 3 ankers gelicht waarvan er 2 vastzitten. Er worden 2 mensen met een bootje bijgehaald die ze losmaken. Dan moet de boot met bamboe stokken worden los geduwd, want het is laag tij en de boot zit vast. Dit lukt niet, dus we moeten allemaal van de boot af, in een sloepje, terwijl ze proberen de boot los te duwen. Een bemanningslid moet uit de kleren en het water in om te duwen. Gelukt! Iedereen weer terug op de boot. Dan moet met 3 man de motor worden aangeslingerd met een koord. Na 3 pogingen slaat de motor aan en kunnen we: het is 7 uur. Na een half uur zijn we aan de overkant waar we weer over moeten stappen in een sloepje, dat ons naar de kant brengt. De bus staat gelukkig al klaar met een draaiende motor. In Cebu City een taxi naar de luchthaven en dan nog een uurtje vliegen naar Palawan. Denken we!! Als we ruim op tijd op de luchthaven zijn, blijkt dat onze vlucht verzet is naar 10.35 uur, het is nu 12.30 uur. We hebben 1 dag zonder wifi gezeten op Malapascua, gebeurt er dit!! Gelukkig kunnen we worden omgeboekt naar een andere vlucht die om 15.50 uur gaat. Wel via Manila, waar we over moeten stappen op een vlucht naar Palawan. We zijn om 20 uur in Palawan. We blijven 1 dagje in Puerto Princesa en gaan dan door naar San Vincente met de bus. Een rit van 5,5 uur door prachtig landschap, dat je een beetje stof moet happen op de zandwegen nemen we voor lief. Onze accommodatie heet Peace & Love en ligt op een van de mooiste locaties! Mooi uitzicht over de baai. Het wordt gerund door Steve, een drukke Duitser die hier 15 maanden woont. Alles komt in etappes in de kamer, fan, toiletpapier, gordijnen.... En ze zijn nog niet helemaal klaar met de bouw. Dit levert leuke comedy, iedere middag als de werkers naar huis willen. Dat gaat als volgt:
- we go home boss
- go home? No, not go home ( in Engels met zwaar Duits accent), first finish work
- we are finished boss
- no, not finished, not clean, you not go home before clean...
- ok boss
En als Steve zijn hielen licht verdwijnt de hele werkploeg!!
En dan hoor je Steve:
- where is the electric man?
- gone home boss
-no, not possible, they are not finished
- yes, they went home boss....
Iedere dag weer hetzelfde.
Wat blijkt, op Palawan (ter grootte van heel Zeeland) is er enkel een ATM in Puerto Princesa, daar komen we vandaan!! Niet aan gedacht. Maar Steve geeft aan dat in Roxas je bij het benzinestation geld kunt halen met je creditcard. Dit is maar twee uur met de scooter!! En terug 2 uur. Dwars door de jungle waar nog geen echte weg ligt. Ze zijn wel volop bezig met de weg, maar de logica ontgaat ons. Op verschillende plaatsen ligt een stuk beton, ze graven hier en daar. Maar er is geen systeem te ontdekken. Echt, we hopen dat het de laatste keer is dat je zulke toeren uit moet halen om aan geld te komen. Maar eerlijk is eerlijk, het was de mooiste "weg" die we tot nu toe hebben gereden, dwars door de jungle over een zandweg, super! Wel een beetje stoffig als je tegenliggers had. En de pomp had de mooiste locatie aan zee. De volgende dag gaan we maar Long Beach. De naam zegt het al zo'n 25 km lang strand met palmbomen. We zijn er alleen, heerlijk. Het is alleen zo warm dat zelfs de zee lauw is! Als we terug zijn op de kamer liggen we eerst een half uur voor de fan en als we genoeg zijn afgekoeld is het tijd voor de dagelijkse bananenpannenkoek met een fruitshake. Heb je een beeld van onze dagbesteding? 's Avonds wordt er druk gekaraoked in het resort. Echt iedereen zingt zo vals dat Ilona ook een nummer doet, en ze krijgt nog applaus ook. Dan zijn we los! Heerlijk iedereen klapt alsof je een ster bent, geweldig! En ze zeggen ook gewoon nog: you sing very nice! Wie Ilona al ooit heeft horen zingen weet dat dit niet zo is! We gooien er samen nog een duet tegenaan. Ilona wil thuis een karaoke apparaat, maar dat ziet Robin niet zitten!
3/2: We vertrekken naar El Nido, de beroemdste plek op Palawan. De beste activiteit daar is: Island Hopping. Vanwege drukte hebben we ook hier 2 verschillende accommodaties moeten boeken. Eerst met een busje terug naar Tabiak, dan de bus aanhouden voor El Nido. Dat is hier wel makkelijk, je kunt de bus laten stoppen waar jij wilt. De eerste paar busjes zitten vol, maar dan stopt de lokale bus. Die zit ook tot de nok toe vol, maar daar doen ze hier niet zo moeilijk over. Een paar mensen op het dak en plankjes tussen de stoelen over het gangpad en je hebt zo 5 nieuwe plaatsen! Ze draaien keiharde kerstmuziek en iedereen zingt mee. Aangezien de weg niet helemaal af is komen we heel stoffig aan in El Nido.Het eerste guesthouse is van een Belg, d'n Eddie, en zijn vrouw Virgie, een Filipijnse die Belgs praat! 100 meter van het strand, met heel veel barretjes en muziek. Op het hele eiland is er enkel stroom tussen 2 uur 's middags (of 3 uur) en 6 uur 's ochtends. Vroeg wakker dus want geen stroom = geen ventilator! We verhuizen naar onze andere locatie, voor 3 dagen. Dit ligt net iets buiten El Nido, in Coron Coron, aan een schitterend strand. We luieren 2 dagen aan het strand, badderen in een lauwe zee en kijken naar de zonsondergang. De zonsondergang vanaf het strand is zo mooi! We verhuizen weer terug naar Eddie & Virgie. We gaan met zijn boot varen. Island Hopping. Om 6 uur vertrekken we. Vroeg, maar de tours vertrekken om 9 uur en dan wordt het overal heel druk, en zo omzeilen we de drukte. Het is echt waanzinnig mooi! Small lagoon, big lagoon, snake Island, en het snorkelen is fantastisch. In Small Lagoon zijn we helemaal alleen, bijna magisch. We zien een schildpad, een waterslang, een aap, nemo en veel andere vissen. Van de Filipijnen tot nu toe is El Nido echt het mooiste wat we hebben gezien! Tijd voor andere actie! We huren een off road motor en rijden naar het noorden waar ongerepte stranden zijn. Beetje jammer dat het begint te regenen als we goed een kwartier weg zijn. We draaien om om naar het zuiden te gaan, daar ziet de lucht er beter uit, maar ook daar komt regen. Motor terug, langs de bakker en heerlijk koffie drinken met koeken, samen met Eddie en Virgie van het guesthouse.
Het is fiesta in het dorp, overal kraampjes en vlaggetjes, en 's middags is de officiële opening met een ossenrace. Al we 's ochtends naar de bakker lopen zitten de mannen nog steeds te gokken... De laatste avond eten we nog een keer bij het beste Italiaanse restaurant in El Nido, zo'n pizza of pasta waarvan je later nog steeds zegt, weet je nog toen in El Nido....
11/3: We vertrekken terug naar Puerto Princesa, morgen gaat onze vlucht naar Boracay! Deze keer nemen we de RoRo bus, iets comfortabeler dan de bus op de heenreis. Maar ook hier plaatsen ze rustig 7 mensen op een rij van 6. Dat nog tot daar aan toe, maar als ze halverwege ook nog hanen in een doos in onze nek willen zetten zeggen we dat dat mooi niet doorgaat. Zoek maar een andere gek! De hanen gaan onderin bij de bagage... gelukkig is het de laatste lange busreis die we moeten maken.
12/3: We vliegen via Manila naar Boracay. Zoals we inmiddels gewend zijn gaat het weer niet soepeltjes. De vlucht naar Manila vertrekt keurig op tijd, maar vanuit Manila is de vlucht naar Boracay gecanceld! Het vliegtuig waar we mee moeten is nl vertraagd en dan mag het niet meer naar Caticlan vliegen omdat de landingsbaan daar niet is verlicht. We worden omgeboekt naar een andere vlucht naar Kalibo, van daar moeten we dan 1,5 uur met de bus naar Caticlan en dan op de ferry. Om 21 uur zijn we eindelijk op Boracay,terwijl we er oorspronkelijk om 18 uur zouden zijn! Er zijn 3 boat stations, wij zitten bij station 3, het rustigste, maar met alle barretjes en restaurants op loopafstand. Goede keus zien we de volgende dag. Bij station 2 is het overbevolkt met Koreanen, Tawainezen, Chinezen en Russen. (te) Vol met winkeltjes, duikscholen, tourbureautjes en bars en lijkt wel Chersonisos in het klein. Het beroemde White Beach is zo wit dat het zeer doet aan je ogen en de zee weer azuurblauw (met een beetje groen van de algen), we gaan het bijna gewoon vinden. We blijven hier 8 dagen, dus we hebben lekker alle tijd om te genieten wat Boracay heeft te bieden. We slenteren van station 3 naar 2 en verder naar 1. Om de haverklap wordt gevraagd of je een zonnebril wilt kopen, een hoed of een massage of vlechtjes wilt. Als we een fruitshake doen op een terras komt er zelfs een verkoper met biljart keus! Wat moet je in godsnaam met een biljart keu aan het strand! Zelfs na 6 maanden in een ander klimaat zijn we nog niet gewend aan de hitte. Op de terugweg merken we dat we verder zijn gelopen dan de bedoeling was, we zijn gesloopt als we terug komen en dat is echt die hitte, killing. Maar we klagen niet, we lezen het nieuws dat het in Nederland weer sneeuwt, dan toch liever dit. Op dag 3 zitten we zonder stroom. We worden wakker van de warmte omdat de airco het niet meer doet. Tot 17 uur geen stroom, er wordt gewerkt aan de kabels en dan sluiten ze gewoon alles af. Geen warme douche dus! Als om 19 uur het licht aangaat, hoor je overal applaus. Eindelijk het zout en het zand van een dagje strand afspoelen. Als je hier naar station 2 wilt met restaurantjes en winkeltjes kun je aan de hoofdweg een tricycle aanhouden. Dit kost voor een gedeelde 10 ps per persoon, een privé kost 100 ps. Wij nemen een gedeelde, maar ze doen vaak of ze dat niet begrijpen. Ze nemen dan niemand anders meer mee, maar als we aangeven dat we echt wel weten hoe het werkt en dat ie maar beter mensen mee kan nemen omdat we echt niet meer betalen dan 20 ps zie je 'm denken: heb ik weer, van die toeristen die weten hoe het werkt. Soms is het wel een beetje vermoeiend, dat ze steeds proberen meer geld aan je te verdienen dan je eigenlijk zou moeten betalen, maar wel begrijpelijk, ze zien ons als rijke toeristen.
Het fijne van Boracay is dat er veel keus is in restaurantjes. We eten Grieks, Japans, Italiaans. We kopen ook 2 hangmatten die we in Australië goed kunnen gebruiken. Verder doen we niet veel hier, behalve luieren, lekker eten en genieten. Iedere avond live muziek bij een restaurant waar he heerlijk kunt eten, naast de deur, dus we kunnen naar huis rollen. Je kunt hier van alles, jetskien, banana boat, zeilen, parasailen, te veel om op te noemen, maar alles is hier zo'n 4 x duurder dan in de rest van de Filipijnen en dan ook nog eens heel druk. Wij bedanken! Je hebt hier niet veel nodig om een heerlijke dag te hebben. De 3 belangrijkste elementen zijn hier: zon, zee en strand en daar genieten we met volle teugen van. Bij de Red Pirate bar hebben ze heerlijke strandbedjes en drankjes! We gaan nog eens langs de kapper, de laatste keer dat het zo goedkoop kan en waarschijnlijk ook dat een ladyboy je haar doet. De laatste avond sluiten we in stijl af, aan het strand, met een fles Boracay rum!
20/3: Het is weer tijd om afscheid te nemen. We vliegen terug naar Sodom en Gomorra, oftewel Manila waar we nog 3 nachtjes blijven voordat we naar Sydney vliegen. Kunnen we nog mooi even inslaan voor we naar (het hele dure) Australië gaan. Als we aankomen 's avonds gooien we de tassen in de kamer en gaan we direct naar Copa Cubana om iets te eten. Makkelijk als je de weg al weet. Je zit daar midden in de actie. Je weet niet waar je eerst moet kijken. De vrouwen zijn hier op zoek naar Westerse mannen. De hakken zijn te hoog, de rokken te kort en je ziet net iets teveel. Maar er is hier een markt voor, veel alleenreizende, veelal oudere mannen. Daar wordt dan gelijk weer op ingesprongen merken we als we teruglopen naar het hotel, de viagra wordt op straat aangeboden, ook aan Robin. Er wordt sowieso van alles aangeboden, massages voor koppels, gratis entree in wazige clubs, maar daar willen ze het liefst alleen Robin naar binnen hebben. De volgende dag gaan we naar Chinatown. De buurt is niet echt toeristisch merken we, Ilona is met haar lengte weer een enorme attractie. Mensen stoppen gewoon om staren. We gaan ook naar de Mall of Asia, een enorme shopping mall met zelfs een echte ijsbaan binnen. We hebben morgen nog een dag om wat kleine dingen te kopen en dan zit het er echt op in Azie. We vliegen zaterdag 23/3 naar Sydney via Singapore. We komen daar zondag aan.
Bijna 7 maanden Azië zitten erop! We hebben ruim 21.000 km in Azië gereisd met 15 verschillende vervoersmiddelen en in 55 accommodaties geslapen. We hebben betaald in Dong, Riel, Dollars, Bath, Ringit, Roepia, en Peso's. We hebben enorm genoten van dit avontuur. We hebben Oran Oetangs in het wild gezien, tijgers geaaid, olifanten gebadderd en nog veel meer! Maar het is tijd voor de volgende bestemming: Australië. Met ons campertje gaan we in 3 weken van Sydney naar Fraser Island. Even geen zoektocht naar guesthouses, hotels of hostels, maar naar campings! Kangoeroes voeren en Koala's knuffelen en zelf koken! Na 7 maanden best wel weer eens fijn.
Wat waren de hoogtepunten in Azië (alles was een hoogtepunt, maar als we er een paar moeten noemen):
- Halong Bay
- Angkor Wat
- Killing fields
- Tijgers aaien
- Orang Oetans in het wild
- Ijen krater
- Bangkok
- Palawan, El Nido
- De cultuur en de hartelijkheid van de bevolking
Wat gaan we missen:
- Het eten (behalve dan Luzon, Filipijnen)
- Goedkope prijzen (Australië is zo duur!)
- Free wifi
Wat gaan we niet missen:
- gore toiletten
- kakkerlakken en ratten
- malariatabletten
- afhankelijkheid van het vervoer
- onmogelijke reistrajecten en slechte wegen
- chaos met verkeer
- hanen, die hier gewoon 24 uur per dag kraaien!
We proberen jullie op de hoogte houden daar down under, maar het zal lastiger zijn dan in Azië. Australië kent geen onbeperkt downloaden via wifi, dus of het met de foto's lukt? We zullen het zien! Het is er de eerst week 10 uur later, en als bij jullie de klok vooruit gaat 9 uur later.
Tot de volgende!
Filipijnen: Luzon, Bohol en Bantayan
Filipijnen: Luzon, Bohol en Bantayan
3/2: We vliegen vanaf Jakarta naar de volgende bestemming: de Filipijnen. We vliegen op Clark, zo'n 80 km boven Manila. We blijven in totaal 7,5 week. De Filipijnen heeft meer dan 7000 eilanden, bijna 100 miljoen inwoners en het geloof is overwegend Katholiek, mede door 350 jaar Spaanse overheersing.
We komen 's nachts aan in Clark, een stempel in je paspoort en klaar. We worden opgehaald op de luchthaven door een taxi van het hotel. We zijn om 3 uur 's nachts in het hotel! We blijven 2 nachten (of 1,5 gezien de tijd van aankomst) in Clark, er is niet veel te doen, behalve als je op zoek bent naar (jong) vrouwelijk gezelschap, dan zit je hier goed. Er zijn hier veel alleen reizende mannen, je ziet veel oude mannen met hele jonge mooie dames pronken en de portiers van de hotels, banken, winkels en restaurants lopen met mega grote wapens rond. De ene club (of bordeel) na de andere. Hmmm, gelukkig blijven we niet lang. We reizen door naar Manila, hier blijven we een nacht. Vanuit Manila vertrekken de bussen naar Banaue, het noorden. Ook al komen de bussen praktisch door Clark, je kunt alleen vanuit Manila mee.... Manila is net als de meeste grote steden druk met mega veel verkeer, lawaaierig en vies. Het vervoer gaat hier per Jeepney, een verlengde jeep met banken overdwars. Voor 15 eurocent mag je mee. Ons hotel zit, hoe kunnen we het zo uitkiezen, in het red light district. Het is een keurig schoon, nieuw hotel van dezelfde keten als in Angeles, misschien ligt het daar aan.... Weer veel alleen reizende mannen.... Die komen niet verder dan de bars waar dames zich aanbieden en het hotel. Triest. We gaan naar het busstation om een ticket Banaue te kopen en naar Chinatown om een andere rugzak, we mogen nl maar 15 kg meenemen naar de eilanden straks, dus er moet wat uit de backpacks, die elk 18 kg wegen. We eten nog een vette, veel te zoute maaltijd en gaan terug maar het hotel. De Filippijnen lijken in bijna niks op de rest van Zuid-Oost Azie; het is een land met Spaanse invloeden, die zowel in de taal, de cultuur en zelfs in het uiterlijk van mensen te zien zijn. In plaats van tuktuks rijden jeepneys en tricycles door de straten, in plaats van tempels en moskeeen stikt het hier van de kerken. Fastfoodketens op elke straathoek in plaats van foodcourts en streetfood en frisse berglucht in plaats van jungle. Het eten staat er, in tegenstelling tot de rest van Zuid-Oost Azie, om bekend niet zo goed en lekker te zijn. En dat is ook echt zo!
6/2: 's avonds om 22 uur vertrekken naar Banaue, een plaats op de werelderfgoedlijst van Unesco, vanwege de rijstterrassen. We hebben onze dag besteed in Makati, Manila met giga shopping malls. Je moet wat als je om 11 uur de kamer uit moet en de bus pas om 22 uur vertrekt. Met de taxi naar het busstation, het duurt even voor we een taxi hebben die de meter wil gebruiken. Zonder meter betaal je nl het dubbele! Wat dat betreft leren we snel! De bus is een beetje krap en hier en daar kruipt een kakkerlak. De airco staat op maximaal, het is net of we in het wagentje van het ijsboerke zitten, zo koud! We hadden al gelezen dat het koud zou zijn in de bus, maar zo koud dat je een ski-jack, handschoenen en een muts nodig had, daar waren we niet op voorbereid. Om 12 uur stopt de bus voor de nacht in the middle of nowhere, bij een, tsja, rariteiten kabinet is denk ik de beste omschrijving. Ladyboys achter de toonbank, en als Robin naar het toilet gaat, gaat een ladyboy, met zware make-up en een baard, mee en onderwerpt Robin aan een keuring. Terwijl we staan te wachten gaat hij/zij nog 3 x naar het toilet om de waar van de andere mannelijke passagiers te keuren! Heel bijzonder. Achter de kassa zit een vrouw (?) die minstens 150 kg weegt. Om 7 uur ' s ochtends worden we totaal verkleumd in Banaue gedropt. Een groter contrast kun je niet bedenken, van het overvolle Manila naar het bergachtige dorp Banaue. Als we uit de bus komen worden we direct besprongen door de lokale bevolking om tours te boeken. Tours? We willen een douche en een bed! Gelukkig kunnen we al in onze kamer en kunnen we douchen om warm te worden en bij te slapen. De temperatuur hier is ca. 15-20 graden, ook weer even wennen! De volgende dagen doen we een tour naar Batad en naar Sagada. Batad staat bekend om de mooie uitzichten op de terrassen en de lokale bevolking, de Ifuago. Zoals altijd in kleine dorpen is het weer niet gemakkelijk er te komen. 1 uur met de tricycle, 1 uur lopen de berg op, naar het saddle point, dan 1 uur naar beneden naar het dorp. Het is er prachtig en het uitzicht is geweldig. Daarna weer terug naar boven, 1 uur en naar beneden 1 uur. Terug in de tricycle. We zijn kapot! De bestuurder stopt nog bij de viewpoints waar je mooi uitzicht hebt op de terrassen en in dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. Bijna 80% van de Ifuago bevolking kauwt op Betelnuts, een licht stimulerend middel. Ze mengen dit met cacao blad, poeder van gemalen slakkenhuisjes en tabak. Het is een aanslag op hun tanden, deze worden zwart en rood (en rot) en hun lippen zijn vuurrood. Overal zie je rode plekken op straat van het uitspugen. We hebben een strak schema, de volgende dag per jeepney naar Sagada, beroemd om z'n hangende doodskisten. Deze worden tegen de rotswand gehangen. Je weet niet wat je ziet. Ook is er een grot waar de doodskisten tegen de wand staan opgestapeld. Er is een bordje op getimmerd dat je de kisten niet mag openen! Alsof je dat zou willen! We eten bij het Yogurthouse in Sagada voor het eerst in een week een heerlijke lunch!
De volgende dag met de nachtbus terug naar Manila om het vliegtuig naar Bohol te nemen. De bus vertrekt om 19 uur dus we moeten ons in Banaue nog den beetje vermaken. Lastig, want behalve het uitzicht is er niet zoveel. Dan horen we dat er hanengevechten zijn op zondag en Robin wil wel kijken. Ilona ziet het niet zo zitten omdat het zielig is, en dat is gelijk een mooi excuus om die forse klim naar boven niet te hoeven doen. De spieren zijn nl nog niet helemaal hersteld van 2 dagen tracking! De gevechten zijn hier heel normaal, en er wordt ook gewed. De hanen hebben scheermessen aan de poten en er is er altijd 1 die het loodje legt. Dit is binnen 10 seconden. Om te checken zetten ze de gewonde haan rechtop, als ie blijft omvallen is het gepiept! Om 19 uur de bus in, zeer dik aangekleed deze keer, en om 5 uur 's ochtends worden we op de luchthaven gedropt! We vliegen om 14 uur.... Een lange zit. Om 17 uur zijn we eindelijk in ons appartement. Een douche, een maaltijd en dan gaat het licht uit.
12/2: We zijn weer een beetje bijgekomen van de reis. We huren een scooter. Hier rijden ze weer rechts, na 4 maanden links rijden ook weer even wennen. Eerst maar eens ons visum verlengen, de laatste keer hopelijk. Dit kan in de hoofdstad Tagbilaran, terwijl je wacht. Kost wel € 60,- pp, maar je kunt er niet onderuit. Je krijgt nl maar 25 dagen als je aankomt en we blijven er 48... En het is het laatste visum waar we voor moeten betalen. We gaan ook maar weer eens naar de kapper. Verven, knippen en een pedicure voor 6 €. Met de scooter touren we het eiland rond, het is een schattig eiland met heel veel bananenbomen, bamboe huisjes en veel kuilen in de weg! De strandjes zijn hier smal, dus bij hoog water is er niet veel strand. Maar je bent er zowat alleen! Het eten hier in Panglao is al beter dan in het noorden. Nog niet super maar er zit vooruitgang in! We bezoeken de beroemdste bezienswaardigheid van Bohol, de chocolate hills. Nee, het zijn geen chocoladebergen, maar deze naam hebben ze te danken aan de bruine kleur die ze in de zomer krijgen. Over hoe ze ontstaan zijn, zijn er verschillende verhalen: een er van is dat het tranen zijn van een reus. Op het hoogste uitkijkpunt heb je een mooi uitzicht over deze heuvels. ze zijn nu nog groen, in mei zijn ze helemaal bruin. Daarna gaan we naar de tarsier sanctuary. De Tarsier is een heel klein schattig diertje met enorme ogen, het kleinste primaat ter wereld. De ogen zijn 3 x zo groot als hun hersenen en ze kunnen hun kop bijna 360 graden draaien. Ze wonen in een beschermd gebied omdat er niet meer zo veel zijn. Je kunt ze alleen in de Filipijnen zien en in Borneo. Ze hebben een enorm stuk bos afgezet met gaas, zodat ze daar niet uit kunnen. Ze hebben zich daar prima aangepast. 's Avonds eten we de heerlijkste pizza ever bij Giuseppi, een echte Italiaan, en ze hebben heerlijke betaalbare wijn, da's lang geleden en een mooie gelegenheid op Valentijnsdag! De laatste dag in Panglao willen we naar Bikini beach, dit schijnt een heel mooi strand te zijn, maar helaas, ook hier regent het weleens. Een dagje luieren dus, lezen en de fles wijn die we kregen soldaat maken.
16/2: We gaan naar Bantayan, een bounty eiland bij Cebu. Het is hemelsbreed niet ver, maar met de logica in het vervoer hier is het weer een hele tour: eerst een taxi naar de haven, ferry naar Cebu, van de haven van Cebu city met de tricycle naar het busstation, daar de bus naar een andere haven in het noorden, ferry naar Bantayan en dan weer een busje naar het resortje. Duur: 12 uur. En de laatste boottocht hebben we veel schietgebedjes gedaan. Golven zo hoog, die ervoor zorgden dat de boot als een dolle schommelt, en dan is 2 uur erg lang! En de Filipijnen staan niet echt bekend om goed materiaal, maar het is weer gelukt! Het is al donker als we aankomen maar het ziet er wel heel gezellig uit, met een barretje op het strand. De volgende dag bij licht zien we pas in wat voor paradijs we zijn! Mooi wit strand en een azuurblauwe zee. Heerlijk zwemmen in de zee en het eten op ons strand resortje is lekker! Het is weer even wennen dat de douche koud is, net als in Thailand geldt ook hier dat een warme douche alleen in de dure resorts aanwezig is, dus onbetaalbaar. We plannen de rest van de dagen, een dag met de scooter, de binnenlanden in en om boodschappen te doen voor de snorkeltour. Die brengt ons naar Virgin Island, onbewoond. Dus als we willen eten en drinken moeten we het zelf meenemen. Er is wel een BBQ die je kunt gebruiken. Nog een dag voor het reisverslag, foto's etc en luieren aan het strand. 's avonds eten we heerlijke kip van de BBQ op het strand. Heel mals vlees. Later horen we dat dit een "killing me softly chicken" is, deze wordt langzaam doodgeslagen zodat het vlees lekker mals is. Hmmm, volgende keer toch maar een minder mals kippetje. Het liedje "killing me softly" heeft ineens een heel andere betekenis gekregen! Op de scooter gaan we naar Paradise Beach. Al de stranden zijn hier paradijselijk, maar schijnbaar is deze zo mooi dat ie de naam Paradise Beach mag dragen. Eerst naar een geldautomaat, de enige op het eiland. Er staat een lange rij en een bewaker met een reuze geweer! Voelt wel veilig. Uiteraard is deze automaat voor onze pas niet geschikt. We hebben nog geld, maar het resort moet contant worden betaald en dat gaat dus niet lukken. Wedden dat ze dan wel een oplossing vinden, als je geencontant geld hebt? We vervolgen onze zoektocht naar Paradise beach. We komen door dorpjes aan het strand, met enkel bamboe huisjes. Alle kindjes roepen en waaien. Na het hele eiland gezien te hebben komen we er eindelijk. Het zand is net poedersuiker en het is inderdaad mooi, maar we zijn verwend, we hebben hier toch echt nog mooiere stranden gezien. We zitten op 50% van onze reis vandaag. Een mooie dag om met een boot naar Virgin Island te gaan. Snorkelen en luieren op een onbewoond eiland. Er zijn vervelendere bezigheden..... Maar helaas, ook in de Filipijnen regent het wel eens. Als we nog maar net vertrokken zijn, we waren al aan het twijfelen of we zouden gaan, wordt het donkerder en donkerder. Na 30 minuten varen legt hij aan bij een snorkelplaats, maar we hebben allebei geen behoefte om het water in te gaan. Dan krijgen we het niet meer warm! Hij vaart naar het strand dat er zonder zon helemaal niet zo leuk uitziet en dan gaat het ook nog regenen! We besluiten terug te keren, dit is niks. Gelukkig maar, want als we terug zijn breekt het pas echt los. Dan maar een andere keer een boottocht, als de zon schijnt!
Vandaag is onze laatste dag op Bantayan, hierna vertrekken we naar Malapascua, een ander bounty paradijs, daarna El Nido en Boracay. Maar dat is voor de volgende keer!
Blijf reacties sturen, daar genieten we echt van! Tot het volgende reisverslag!
Groetjes uit Bantayan.
Indonsië, Gili Trawanan & Java
Ons laatste reisverslag kwam vanuit Bali. Het is ook deze keer weer een lang verslag, sorry, maar er is ook zoveel te vertellen.
8/1: In alle vroegte vertrekken we naar Gili Trawangan. We hebben een ticket voor de fast boat, die in ca. 2 uur naar Gili vaart. Bij de haven aangekomen blijken de golven te hoog en kan je alleen met de slow ferry komende 2 dagen. Dan maar de slow ferry die er 5 uur over doet. Maar de reis is dan heel anders, eerst op de ferry, die vervolgens 1,5 uur wacht met uitvaren, er maar 3 uur over doet ipv 5, maar omdat ie te vroeg is nog 1,5 uur voor anker moet voordat ie de haven van Lombok in mag. Iets dat te vroeg komt hier, daar zijn ze niet aan gewend! Vervolgens van de boot, in een busje met 12 medereizigers terwijl het busje toch echt voor 8 personen is. Met de bus naar de andere kant van Lombok, 1,5 uur, voor een boot (sloepje) naar Gili. De zee is zeer onstuimig en niemand lijkt echt enthousiast. Na 1 uur wachten gaan de boten dan toch weg. De sloep schommelt als een dolle en een half uur lang doet iedereen schietgebedjes om veilig aan de overkant te komen! De helft heeft zelfs een zwemvest aan, incl. Ilona, dus dat zegt wel wat. We komen veilig aan na een reis van 12 uur en lopen naar ons resort aan het strand. Nooit meer, terug met de fast boot! Op Gili Trawangan rijden geen auto's, enkel paard met wagen. Veel leuke barretjes aan het strand, we komen onze tijd wel door! Het eiland is ca. 4 x 2, we besluiten het eiland rond te lopen (ja echt, lopen). Zelfs op een eiland lukt het ons nog om de weg kwijt te raken. We denken een kortere weg te weten binnendoor. Dan zitten we ineens in de rimboe, waar alleen lokale bevolking loopt. Koeien, kippen en kokosnoten zien we genoeg, maar geen bordjes. Het pad wordt ook steeds slechter. Er wordt enkel in de toeristische gebieden bestraat schijnbaar. Eindelijk bereiken we de hoofdstraat weer. Na een tocht van 2,5 uur besluiten we even geen actie meer! We eten 's avonds op de markt, hier staan wel 10 verschillende lokale mensen te bbq-en en te wokken. Je kiest wat je lekker lijkt, bij verschillende kramen en aan grote tafels zit iedereen te smullen. Dit is echt heerlijk eten en bijkomend voordeel is dat ze hier geen 21% belasting heffen op de rekening zoals in de restaurants.
10/1: De verjaardag van Ilona. Er zijn 's ochtends al berichtjes, echt heel leuk! We gaan lekker naar het strand, er zijn slechtere manieren om je verjaardag door te brengen! Zwemmen, zonnen, snorkelen. Dat lukt in Nederland niet in januari! 's avonds eten we weer heerlijk en besluiten we de waterpijp te proberen, dit kan bij ons resort, aan het strand, liggend op een kussen, lurken aan een waterpijp met een glaasje wijn. We voelen ons even als een sjeik.
13/1: Na heerlijke dagen luieren aan het strand vertrekken we terug naar Bali, weer naar Ubud. Daar moeten we ons paspoort met de verlenging van het visum ophalen. We slapen in dezelfde Homestay, met de heerlijke pannenkoeken en vers fruit als ontbijt! We moeten weer met de slow ferry want de speedboten varen nog steeds niet vanwege de hoge golven op open zee (tot 7 meter hoog zeggen ze), maar nu weten we wat ons te wachten staat, dat scheelt. De reis duurt 2 uur minder dan de heenweg, we zijn dus redelijk op tijd terug in Ubud. Wat is het heerlijk als je de weg naar je guesthouse gewoon weet en weet waar je 's avonds moet gaan eten! We relaxen, huren een scooter en genieten van onze laatste dagen op Bali. En, onze visa zijn verlengd! We mogen wat langer blijven. In ons guesthouse zit een Frans echtpaar, ca. 75 en ze spreken geen woord Engels. Da's best lastig als je een kamer wilt. Ze vragen of wij Frans spreken, en natuurlijk zoals altijd, als je zegt een beetje, dan zit je ineens midden in een Frans gesprek dat je dan moet vertalen naar Engels. We krijgen het er warm van! We komen eruit en spijkeren de laatste 2 dagen nog even ons Frans bij. Er is niemand die Frans spreekt en die mensen willen af en toe een gesprekje aanknopen. Soms met handen en voeten, maar ze begrijpen het!
16/1 We vertrekken naar Java. Eerst naar Ubung, de busterminal. Stevig onderhandelen over de prijs van een busticket. Ze vragen 100, we komen uit op 60. Dan naar Gilimanuk waar de veerdienst naar Java, Banyuwangi, vertrekt. We hebben natuurlijk weer een bus die het onderweg begeeft, maar de buschauffeurs zijn hier ook monteurs, du na een half uur kunnen we weer verder. De overtocht duurt een half uurtje, met een boot een beetje zoals de vroegere PSD, maar dan oud en verroest. De auto's gaan aan de zijkant naar binnen en worden alle richtingen op geparkeerd. Aan dek boven schalt de karaoke door een mega box! Het is op het water net als op de weg, tientallen boten, de een nog aftandser dan de andere die moeten aanleggen! Klok gaat in Java weer een uur terug. We nemen een bemo als we van de boot af konen en dan is nog een kwartiertje naar ons hotel. De hotels in de omgeving van Ijen staan allemaal slecht aangeschreven. Wij hebben de minst slechte gekozen, maar die is ook niet om naar huis te schrijven! Slechte bedden, veel vliegen bij het ontbijt en vlakbij de moskee! Da's even wennen na Bali, maar ja, we zijn in een moslim land ten slotte. En Banyuwangi is om depressief van te worden, wat een grauwe stad. En we zijn volgens ons echt "the only tourists in the village". De regendouche die we hebben is dan weer wel heerlijk. En het is niet anders, wil je Ijen zien, moet je hier in de buurt slapen. We regelen een tour naar Ijen, de krater met zwavelmeer. En de reis naar de volgende bestemming: Mount Bromo, een nog werkende vulkaan. We besluiten in Malang te verblijven, wel wat verder van Bromo, maar omdat voor de hotels rond Bromo hetzelfde geldt als Ijen, liever een iets langere tour naar Bromo dan weer in een gribus hotel!
19/1: Ijen: om 5 uur worden we met een jeep opgehaald om naar Ijen te gaan. Vroeg, maar gezien het regenseizoen de beste tijd. Het is een uur rijden vanaf Banyuwangi, en de rit gaat eerst door de rijstvelden, daarna plantages met koffie, kaneelbomen en kruidnagelbomen. Daarna door de jungle. We worden afgezet bij de ingang van het park wat op 1800 meter hoogte ligt. De gids gaat mee. Eerst een bak koffie op dit veel te vroege uur en dan zijn we klaar om naar boven te gaan. We moeten 3 kilometer klimmen tot 2300 meter om in het zwavelmeer te kunnen kijken. De zwaveldragers komen ons al tegemoet. Die beginnen 's nachts omdat de temperatuur dan nog heerlijk koel is. Ze halen de zwavel uit de krater en sjouwen dit in rieten mandjes aan een stok op hun schouder naar boven en dan naar beneden. Ze hebben vaak niet meer dan een paar afgetrapte rubber laarzen of teenslippers aan. Sommige zijn zelfs blootsvoets! Ze nemen per keer 60 tot 90 kilo mee naar boven, veel meer dan hun lichaamsgewicht. Wij klagen niet meer over de steile klim en blaren van onze schoenen. We zijn er gewoon stil van. Diep respect voor deze mannen. Ze krijgen 780 roepia voor 1 kg zwavel. Dit is omgerekend 6 eurocent! Het maximum is 2 x per dag de krater in. Zonder mondkapje of welke bescherming dan ook. De tocht naar boven is mooi, eerst door groene landschappen, maar hoe dichter bij de krater, hoe dorder als wordt. We hebben sigaretten en snoepjes gekocht omaan de mannen te geven, vaak vragen ze er ook al om. Ze willen dan ook dat je een foto maakt. Ze poseren rustig met 90 kg op hun nek. Als we hoger en dus dichter bij de krater komen doen we onze sjaals voor ons mond, de lucht is niet te harden, net rotte eieren en je voelt het prikken in je keel. Dit is niet gezond! Bij de krater aangekomen zie je een azuur blauw meer, zo mooi, om stil van te worden. Het is het zuurste meer ter wereld. In de krater wordt zwavel gewonnen. Grote keramische pijpen lopen langs de kraterwand omhoog en vangen de ontsnappende zwavelgassen, die condenseren en zich onderaan de leiding ophopen tot grote, gele plakken zwavel. Deze plakaten worden vervolgens in stukken gebroken, in manden geladen en uit de krater gedragen door de zwaveldragers. Een steil, rotsachtig pad leidt de mannen uit de krater. Je ziet dan ook gelijk hoe diep de zwavelwerkers de krater in moeten. Niet te geloven. En dan voor dat geld. Robin probeert een mand op zijn schouder van 75kg. Hij krijgt 'm niet van de grond, dus tillen ze de mand op zijn schouders. Hij houdt het 20 seconden vol, het is echt onvoorstelbaar zwaar. We genieten een poos van het uitzicht en kunnen alleen maar heel stil zijn van bewondering voor deze mensen. De weg terug naar beneden is lastig, veel losse steentjes en daardoor ga je vaak bijna onderuit. We worden ingehaald door de zwaveldragers...... De BBC heeft een documentaire gemaakt over Ijen:
http://www.youtube.com/watch?v=NQULD1GRoGw&feature=youtube_gdata_player
Om 14 uur zijn we terug in het hotel, nadat we eerst nog langs het station zijn geweest om ons treinticket naar Malang te boeken, de volgende bestemming. Vertrek: 5 uur 's ochtends!! De treinreis duurt ca. 8 uur en kost ons 3 euro, voor 2 personen. Als we in ons hotel zijn en even bijkomen van het vroege opstaan, wordt er op de deur geklopt. Twee dames met een gift for Mr Robin. Blijkt dat we van het tour bureautje twee mokken krijgen met een foto van Ijen en onze namen er op!
20/1: Deze dag begint voor ons op een onmenselijk tijdstip: om 3.30 uur gaat de wekker. We worden om 4 uur opgehaald door de taxi om naar het station te gaan voor de trein van 5 uur! Stipt op tijd vertrekt de trein, daar kan de NS een voorbeeld aan nemen. Rijstvelden tot zover je kunt kijken en huisjes soms bijna op het spoor. Om de haverklap komen ze langs met eten of drinken. Om 8 uur ’s ochtends zitten we aan de nasi, met een spiegelei. En koffie, die is zoals altijd hier met 10 klontjes suiker, en als je gewend bent zonder te drinken is dat heel veel. Er komt nog een band langs, saté-verkopers, loempia-verkopers, aan eten geen gebrek! Maar de grootste attractie in de trein zijn wij. Ze komen ons echt bekijken, heel bijzonder. Om 13 uur arriveren we dan in Malang. De taxichauffeur zegt dat ie weet waar het hotel is, maar na een paar rondjes blijkt toch weer dat dat niet zo is. Maar dat zullen ze nooit zeggen, da's nl. heel onbeleefd. De GPS op de telefoon biedt de oplossing. Malang is een middelgrote stad, tenminste zo noemen ze dat hier, 1 miljoen inwoners. Het is er koeler omdat het hoger ligt. Om naar het centrum te gaan, ga je langs de weg staan en hou je een bemo aan, die je voor 0,20 eurocent pp in het centrum afzet. We lopen wat rond, boeken een treinticket naar Yogjakarta en een tour naar de Bromo, de beroemdste (werkende) vulkaan op Java. We doen een zonsopgang tour en worden dan om 1:30 uur (!!) opgehaald. Het is 2 uur rijden naar de vulkaan over een enorm slechte weg door de bergen naar de verzamelplaats. Daar moeten we over in een stoere jeep. Nog een half uurtje naar boven en dan zijn we bij het uitkijkpunt. Het is er druk en berekoud! We staan ca 3000 meter hoog. We doen eerst een bak koffie en wachten dan op de zonsopgang. Het is mistig en we vrezen het ergste, maar ineens breekt de lucht. Heel mooi. Nog een bak koffie en terug in de jeep om naar de Bromo zelf te rijden. De vulkaan heeft in 2010 nog een uitbarsting gehad en je rijdt door een lava landschap naar de voet van de vulkaan. Er is ook een tempel, die na de uitbarsting opnieuw is gebouwd. De oude is geheel verloren gegaan. Bij de voet van de vulkaan kun je, als je het niet ziet zitten met een paardje naar boven, uiteraard nadat je eerst flink hebt onderhandeld met de eigenaar. Wij gaan te voet, vergeleken bij de Ijen krater is dit een eitje. Nadat we bovenop zijn geweest en in de krater hebben gekeken gaan we terug naar het busje en terug over de slechte weg naar het guesthouse. We krijgen ontbijt als we terug zijn, nemen een douche en gaan toch nog maar even slapen.
24/1: We gaan per trein naar Jogjakarta. Deze keer hebben we een executive kaartje, een stuk luxer dan onze treinreis naar Malang en een beter tijdstip om te vertrekken. Je hebt een luxe stoel en airco, en er is catering. De verkopers mogen hier niet binnen en da’s wel jammer, dat geeft toch een beetje kleur aan zo'n reis! Het is 390 km naar Jogjakarta, een universiteitsstad met 3,5 miljoen inwoners. Vanuit Jogja doen we de beroemde Borobudur, Prambanan en de vele dingen die Jogja te bieden heeft. We blijven een week, dus hebben alle tijd. Ons hotel ligt in een leuk straatje met heel veel restaurantjes en barretjes. Da's wel lekker. Ook tourbureautjes en heel veel fietstaxi's. Dat was alweer een poos geleden. Het is laagseizoen en ze smeken bijna of ze je mogen rond rijden. Het is warm hier, ruim 35 graden. In Malang was het een stuk koeler omdat dat veel hoger ligt. We verkennen de stad met een fietstaxi, Sultan's Palace, Chinatown en Maliboro Street,de winkelstraat in Yogya. We boeken de sunrise tour naar de Borobudur, in combinatie met Pram Banan. Lekker weer om 3.30 uur op!! Het treinticket naar Jakarta wat we willen reserveren blijkt duurder te zijn dan een vliegticket! Dan maar weer vliegen, met Air Asia, nog even en ze leggen de rode loper uit als we komen! De was weg gebracht (1 euro voor 3,5 kg was!) en gezocht naar een Lonely Planet van de Filipijnen, onze volgende bestemming. Deze keer een nieuwe gids. In Indonesië hadden we nl een LP gekocht in een 2e hands zaakje, ergens anders vonden we ze niet, maar hiervan ontbraken zo'n 200 pagina's, van Java! We gaan hiervoor naar de book market, een markt van 2 verdiepingen, met 124 boekenwinkels! We gaan met de meest gebruikte vorm van vervoer hier, de fietstaxi. We geven aan dat we naar de book market willen. I know zegt hij, we spreken een prijs af en stappen in het veel te krappe bakje. Je legt je leven letterlijk in handen van de bestuurder. Kris kras door het verkeer, tegen de richting in, en overal, voor je, naast je zijn er scooters en auto's. En op dat moment ben je de langzaamste op de weg! Maar het verkeer is hier zo op elkaar ingespeeld dat er eigenlijk bijna nooit iets gebeurd. We hebben 2 aanrijdingen gezien tussen scooters, met enkel blikschade. En dat in 6 weken. Geen slechte score in een land waar je rijbewijs gewoon te koop is! Een kwartier later zet de bestuurder ons af, en we kijken rond, alleen maar vogels!! Zijn we bij de bird market! Book of bird is natuurlijk bijna hetzelfde. Weer terug in het bakje en nu helemaal naar de andere kant van de stad, 35 graden, de zon brand genadeloos. Maar uiteindelijk bereiken we dan toch de book market. Beetje jammer dat er geen Lonely Planet te vinden is. Dan maar in Jakarta een nieuwe poging wagen. We hebben goede wifi hier, dus we houden een belmiddag.
28/1
Om 3.30 uur gaat de wekker, en we nemen ons voor dat dit de laatste zonsopkomst is die we doen! Om 4 uur rijdt de auto voor en gaan we op pad naar de Borobudur en aansluitend Pram Banan. Samen met nog 2 Nederlanders en 2 Fransen. Onze chauffeur is een fan van formule 1 denken we, hij scheurt met de Suzuki zo hard dat het net is of we opstijgen. De Franse voorin heeft denken we 25 bijna doodervaringen! Eerst naar het uitkijkpunt. De auto wordt geparkeerd in een dorp en vervolgens klimmen we omhoog. Vanaf hier kijk je op de Borobudur en 2 vulkanen. We krijgen koffie en eten ons meegebracht ontbijt op. De bewolking trekt langzaam weg en we hebben het mooiste uitzicht wat je je kunt voorstellen. Kijk maar naar de foto's. Na een uurtje terug naar beneden glibberen en gas naar de Borobudur. We krijgen allemaal een sarong om en kunnen de trappen opklimmen. We moeten nog wel eerst met iedereen op de foto. Stel je voor: een familie portret met op de achtergrond de Borobudur en dan 2 blanken tussen een Indonesische familie! De Borobudur is prachtig. Nog niet zo lang geleden (10/2010) zat ie nog helemaal onder de as van een vulkaan uitbarsting van de Merapi. Verder naar Pram Banan. De zon zit er inmiddels helemaal door en het is weer heet!! Pram Banan is ook heel mooi en staat net als de Borobudur op de werelderfgoedlijst van Unesco. Om 1 uur rijden we terug naar Yogyakarta. Het verkeer is nu zo druk dat onze chauffeur z'n race kwaliteiten niet in praktijk kan brengen gelukkig. De rest van de tijd in Yogya luieren we bij het zwembad, genieten van het heerlijke eten hier en bereiden ons al een beetje voor op onze volgende bestemming, de Filipijnen. Op de laatste avond tijdens het eten breekt er een stuk van Robins tand. Dat wordt naar de tandarts in Jakarta.
31/1: We vliegen naar Jakarta en nemen de bus naar het guesthouse. Tsja, wat zullen we eens van Jakarta zeggen? Druk, rommelig, lawaaierig, teveel verkeer en teveel mensen. Rijkdom tegenover armoede. Het is voor ons een doorreis locatie, we moesten hier naar toe omdat onze vlucht naar de Filipijnen vanuit Jakarta vertrekt, maar anders zouden we zeker niet zijn gegaan. Maar het was wel een goede locatie om een tandarts te vinden die Robin z'n tand kon repareren.
De 6 weken Indonesië zijn voorbij gevlogen, en dat terwijl we niet eens alle grote eilanden hebben gedaan. Indonesië was voor ons:
- 20 - 30 jaar terug in de tijd
- heerlijk eten
- super hartelijke mensen
- mooie natuur (rijstvelden, vulkanen, jungle en strand)
- lange reis-afstanden
- wij waren vaak de attractie, als blanken
- rijkdom tegenover heel veel armoede
- record vroeg op staan voor zonsopgang (3x)
Ons volgende verslag komt uit de Filipijnen, onze volgende bestemming voor 7,5 week. 3/2 vliegen we naar Clark, en van daaruit gaan we eerst naar het noorden: Banaue, Sagada en Batat. Daarna zakken we af naar de eilanden, maar daarover volgende keer meer!
Tot de volgende!!
Groetjes Robin en Ilona
Mochten jullie ons rechtstreeks willen mailen, dat kan op robinenilonaopwereldreis@gmail.com!
Indonesië, Sumatra & Bali
Allereerst voor iedereen de beste wensen voor 2013!!!
24/12
Een nieuw land, het 6e alweer. Indonesië. Het plan is eerst Sumatra, dan Java, Bali en/of Lombok en als we dan nog tijd over hebben Flores of Sulawesi. Het lijkt lang, 6 weken, maar de afstanden zijn hier heel groot. Vooral Sumatra en Java . Indonesië heeft 238 miljoen inwoners en 17.508 eilanden. Ook hier ben je weer miljonair als je gaat pinnen. 1 miljoen roepia is ca. EUR 78,-. We hebben inmiddels al zoveel verschillend geld in ons handen gehad dat we bijna niet meer weten hoe de euro briefjes eruit zien!! Om 4.30 uur 's ochtends haalt de taxi ons op bij het hotel in Kuala Lumpur. De rit naar KL airport duurt ca. 1 uur. We vliegen om 7.30 uur en zijn ook om 7.30 uur in Indonesië in Medan, op Sumatra, het is hier nl. weer een uur vroeger, wat het tijdsverschil met Nederland 6 uur maakt. Vanuit het hypermoderne Kuala Lumpur gaan we 30 jaar terug in de tijd. Medan is een vieze grauwe stad, maar hier landen we gelukkig alleen. We reizen direct door naar Bukit Lawang, naar de jungle waar het Orang Oetan reservaat is. We gaan met de lokale bus, vanaf het busstation dat op een half uurtje van de luchthaven ligt. De moed zakt je in de schoenen als je door Medan rijdt. Het verkeer is zoals we nog niet hebben gezien, zelfs niet in Vietnam. Het busstation blijkt een straat te zijn waar aftandse busjes het lokale vervoer zijn. Denkend aan de massage stoelen onderweg van Singapore naar Kuala Lumpur stappen we in een busje dat vorige eeuw al op de sloop had moeten liggen. Er is ARKO (alle ramen kunnen open) en heel weinig ruimte voor iedereen boven de 1.50 m. De busjes vertrekken pas als ze vol zijn, en bij vol moet je denken aan 20 mensen in een 10 persoons busje. Bagage wordt met een dun touwtje op het dak gebonden en er wordt gewoon gerookt, ook al is er een baby bij. Zodra je Medan uit bent is de natuur prachtig. Palmolie plantages, bergen en rijstterassen. Uiteindelijk doen we er 3 uur over dankzij de chauffeur die als een dolle rijdt. De afstand: 89 km. Aangekomen bij het busstation van Bukit Lawang moeten we in een becak, een brommer met daaraan een zijspan gelast! Wij zijn niet dik, maar we pasten maar net! De chauffeur zet ons af in het dorp en dan moeten we nog 20 minuten langs de rivier lopen (met je backpack, 30 graden en maar 3 uur slaap) om bij onze accommodatie te komen: Sams Bungalow. We hebben een luxe bungalow met een groot balkon met hangmat waar vanaf je over de rivier zo de jungle inkijkt. Je ziet de apen door de bomen slingeren. Niet de Orang Oetans, die zitten dieper in de jungle. Het is wel even slikken, onze eerste accommodatie zonder Wifi (in het hele dorp is geen wifi) en we hebben koud water. Er is koud en koud, maar dit is steenkoud! We bekijken het dorp, boeken vervoer naar de volgende bestemming en een jungle tocht van 1 hele dag om de Orang Oetans te zien, waarbij je terug via een tube op de rivier gaat. Op kerstavond eten we heerlijk bij Sam en als we terugkomen in onze bungalow krijgen we bijna een hartverzakking. We horen een hoop kabaal op het dak: apen! Als ze dat maar niet ’s nachts doen! De mensen zijn hier super vriendelijk en iedereen spreekt wel een paar woorden Nederlands. Eerste Kerst gaan we naar de voederplaats van de Orang Oetans in het national park in de jungle. Ons guesthouse ligt vlakbij, alleen de sterk stromende rivier over met een wiebelboot aan een touw en dan de jungle in.
Bij het voederplatform geen aap te bekennen. In dit seizoen is er veel fruit in de jungle en hebben ze geen honger. Al we terug lopen uit de jungle, een beetje balend dat er geen aap te zien is, horen we van alles boven ons, en ineens stikt het van de apen, maar geen Orang Oetans en daar kwamen we toch voor. Als we verder lopen zitten er ineens 2 volwassen exemplaren met 2 baby's vlakbij. Ze zijn groot!! En mooi!! In je enthousiasme vergeet je dat je niet te dichtbij moet komen, maar dan laten ze even merken dat je achteruit moet. Met de borst naar voren komen ze dan dichterbij en geloof het maar, dan ga je echt wel achteruit. We bekijken ze een poos en gaan dan terug met de wiebelboot. Een mooier kerstcadeau hadden we niet kunnen bedenken, onze eerste Orang Oetan in het wild!! 's middags kijken we nog even in het dorp, waar de rivier voor veel vermaak onder de lokale bevolking zorgt. Kinderen met banden in een rustig stuk van de rivier. We zijn met onze lengte een soort attractie hier, iedereen wil met ons op de foto. Zeker Ilona bekijken ze als attractie. Zo lang!! Da's wel grappig. Als we gedoucht zijn liggen we nog wat in de hangmat op de veranda, kijken of we nog apen zien aan de overkant van de rivier. Er liggen bananenschillen in een afvalbakken buiten op tafel.Vanwege de mieren moet je zulke dingen buiten leggen. Ineens wordt ons terras bestormd door 3 apen die het zakje meepakken. Ze lopen bijna over ons heen. Wij staan wel direct binnen met de deur dicht! Tweede kerstdag doen we een trekking in de jungle, ca. 7 uur. Om 8 uur vertrekken we nadat we nog maar weer eens op de foto moeten. Als we voor iedere foto die van ons gemaakt is hier een dollar krijgen, kunnen we in het Hilton slapen straks! We zien Thomas Leaf apen, gibbons, makaken en als kers op de taart 2 Orang Oetans. Zo bijzonder om deze dieren in het wild te zien. We zien ook de nesten die ze iedere dag bouwen om te slapen. We lunchen in de jungle met nasi, spiegeleitje en vers fruit. De apen zitten rond ons in de bomen te loeren naar het fruit. Vooral de rambutans vinden ze lekker. Als we klaar zijn geven we ze wat fruit dat ze uit je hand komen pakken. Robin geeft een banaan, maar die gooit ie terug naar Robin, hij wil, zo blijkt, rambutan. Hoezo, kieskeurig? De trekking is zwaar, maar de moeite waard. Robin heeft nog een bloedzuiger op z'n enkel. Als ie eraf is blijft het wondje bloeden, maar de jungle is een grote apotheek. Er worden blaadjes van een bepaalde plant getrokken en deze moet je in je handen rollen tot er een soort papje ontstaat en dit smeer je erop, 5 minuten later is het bloeden gestopt. We zwemmen bij de waterval en spoelen de slik van ons af. We zien nog 2 varanen bij de rivier. Terug ga je met de tube (grote zwarte banden aan elkaar vastgemaakt) de rivier af. Dit was echt zo leuk! Er zit heel veel stroom, dus je gaat enorm hard. Daarna een heerlijke KOUDE douche!! Goed voor de spieren zullen we maar denken! Niemand heeft hier warm water, en ze doen alles in de rivier. Kleren wassen, afwassen, badderen. We proeven eindelijk een Durian, een vrucht die verschrikkelijk stinkt, en ook helemaal niet lekker is! De geur is zo sterk (en ranzig) dat je deze niet in hotels en guesthouses mag meenemen. Apen zijn er dol op.
27/1: We laten de jungle weer achter ons en vertrekken naar Lake Toba, een van de diepste meren ter wereld en het grootste van zuidoost Azië. We nemen deze keer de tourist bus, het is nl. 7 uur naar Lake Toba en dan is het wel fijn als je een eigen stoel hebt. Het is een lange reisdag. Door de vele auto's, scooters en de slechte wegen doen we er 8 uur over! Hij stopt regelmatig waar we fruit kunnen kopen of iets anders voor de lunch. Dan nog meer dan een uur met de boot. We zijn gebroken als we aankomen. We hebben een guesthouse op het eilandje Samosir, in Lake Toba, een origineel Batak huis, met WARME douche! Een bloedhete, want als je 'm kouder wilt zetten gaat het warme water uit. Het andere uiterste dus. Het uitzicht over Lake Toba is geweldig!! Het eerste guesthouse waar je je toiletpapier moet kopen! In Indonesië is toiletpapier een luxe artikel, een rol kost hetzelfde als een kop koffie! We huren een scooter om over het eiland te kunnen touren. Het meer is nl. 100 km lang, dat loop je dus niet even! Het dorpje Tuk Tuk is klein met leuke barretjes en restaurantjes. We eten heerlijk zelf gemaakte yoghurt, dat is heeeeeel lang geleden. De omgeving ziet er mooi uit. Overal uitzicht op het meer en Batak huizen, van de oorspronkelijke bewoners.
We besluiten een luie dag te houden, we hebben toch genoeg tijd hier. Heerlijk lezen op ons balkon en genieten van het prachtige uitzicht. Er zitten hier enorme zwarte torren of kevers, je hoort ze aankomen, zo groot en zoveel lawaai maken ze. Als die tegen je aan vliegen heb je een bloeduitstorting! We plannen ook deels de verder route in Indonesië, we moeten een vlucht boeken om van Sumatra weg te komen, want via de weg zijn we 3 dagen kwijt en dan moeten we nog een dag met de boot. Sumatra is zo groot en zo slecht begaanbaar qua wegen, daar hadden we ons echt op verkeken. Ipv eerst naar Java, vliegen we 3/1 naar Bali, dan kunnen we misschien Ilona d'r verjaardag op de Gili eilanden vieren. Weer eens wat anders dan in de regen, kou of sneeuw, zoals meestal in januari. Om op tijd in Medan te zijn voor de vlucht naar Bali moeten we 2/1 al gaan reizen omdat de reis naar Medan ca. 8 uur-10 uur duurt. Als we 's avonds naar het dorp willen om te eten breekt er boven Lake Toba noodweer los, een onweer zoals we nog nooit hebben gezien. Met de regen erbij zit er niets anders op dan in het guesthouse te eten, ook lekker, maar net iets minder leuk dan in het dorp. De volgende dagen touren we met de scooter over het eiland en hoe verder je van de toeristen plaatsen weg gaat, hoe verder je terug gaat in de tijd. Mensen wonen in houten huisjes, hutjes, zonder stroom of stromend water. Veel originele Batak huizen zie je hier, we zijn er in een binnen geweest, maar dit heeft ook geen enkele luxe. Geen badkamer, alles in 1 ruimte. Het is nog een origineel Batak dorp, met een soort schandplaats waar vroeger voor publiek mensen werden onthoofd. Je weet ook niet wat je ziet onderweg, de was hangt op de bosjes te drogen bij gebrek aan een waslijn, uiteraard op de hand gewassen. Kinderen van soms nog geen 10 rijden hier al op een scooter, met jongere broertjes en zusjes achterop. Het maximum aantal mensen op een scooter hier staat op 6! Oma, vader, moeder, kinderen en baby's. We proberen te zoeken naar een pinautomaat, want net zoals in Bukit Lawang is dat hier ook weer een probleem. En als we er dan 1 van de twee vinden op dit eiland, neemt ie onze pas niet! Dat wordt dus de andere zoeken (morgen). We komen langs een plek waar ze een of meerdere koeien hebben geslacht, het vlees wordt, in de volle zon, in porties verdeeld.We hebben wel een heerlijk adres gevonden waar ze zelfgemaakte yoghurt hebben, zelf gebakken bruin brood en de heerlijkste pannenkoeken! Als we 's avonds op ons balkon zitten lijkt het alsof het al Nieuwjaar is. Het vuurwerk komt van alle kanten, zal wel net als bij ons zijn, ze kunnen zich niet inhouden tot oudjaar.
31/12: De zoektocht naar een pinautomaat wordt de volgende dag voort gezet. De andere kant van het eiland. Ook hier weer schitterende natuur. Bij het dorp Tomok is er een ATM, maar wat blijkt? Niet voor internationale passen!! Dat wordt dus een tochtje naar het vaste land morgen. Maar eerst party vanavond! Er is een party met live muziek in Roy's Pub, we gaan hier naar toe met nog twee andere koppels die bij ons in het guesthouse zitten, Engelse en Amerikanen. Eerst gaan we eten in het dorp, we zitten en hebben besteld als er een invasie binnenkomt, een grote groep Chinezen, 25 man, en tot onze verbazing nemen die gewoon hun eigen eten mee!! Je eet hier uitgebreid met drinken erbij voor 4,- pp!! Dat kun je je bij ons ook niet voorstellen toch, dat je naar een restaurant gaat en dan je eigen eten meeneemt. Om 10 uur beginnen we aan de wandeling naar Roy's Pub. De band is al gestart en zowel toeristen als lokale bevolking zijn er. Om 23:55 tellen ze af vanaf 5 en is het, voor ons gevoel te vroeg, 2013!! Vuurwerk vliegt om je oren. Iedereen roept Happy New Year, ook als we later terug lopen naar huis. We worden overal gevraagd om nog wat te komen drinken of een joint te roken!! Dat doen we dus maar niet! Het is een bijzondere oud & nieuw, vooral omdat het in Nederland pas 6 uur later nieuwjaar is! Nieuwjaarsdag genieten we van onze laatste dag hier, gaan naar het vaste land om te pinnen (nooit zoveel moeite moeten doen voor een geldautomaat!). Als je naar het vaste land wil hier ga je op het halve uur aan het water staan en zwaai je naar de veerboot en die komt dan vervolgens. Alleen niet als wij willen. 3 boten, gezwaaid alsof we vluchtelingen waren, maar er kwam geen boot! Dan maar in een hotel proberen. En ja hoor, het lukt. De volgende dag vertrekken we naar Medan, boot van 8.30 uur. Daarna nog ca. 6 uur in de bus. Voor een stukje van 185 km! In Indonesië rookt 90% en er wordt dus gewoon in de bus gerookt. Dat kun je bij ons toch niet meer voorstellen? Na een lange rit worden we gedropt bij een taxi standplaats, waar de becaks staan. We proppen ons met de tassen in een becak en na een dollemansrit (het is net of het bakje achterover kiepert als ie optrekt) eindelijk in ons hotel!
3/1: Om 13 uur vliegen we vanaf Sumatra naar Bali. 5 uur vliegen incl. een stop in Jakarta en de klok moet weer een uur vooruit. We gaan naar Ubud, bekend om z'n rijstterassen, omgeving en van het boek en de film eten, bidden en beminnen. De eigenaar van het guesthouse haalt ons op van de luchthaven en na ruim een uur zijn we in ons guesthouse. Een origineel Balinees huis. We moeten nog eten en zoeken om 21.30 nog een restaurant, maar dat is hier geen probleem. We komen bij een café/restaurant waarvan de eigenaar een Nederlander is en er na een half uur live muziek is. Vier jonge gasten met 3 gitaren en een drumkistje. Super! Eindelijk weer eens een glas wijn, da's ook al lang geleden. De volgende dag na het ontbijt gaan we Ubud verkennen, te voet. Wat een verschil met Sumatra, veel meer ontwikkeld. Leuke restaurantjes, barretjes, winkeltjes. En meubels van teak om van te watertanden! Ze doen hier ook veel aan beeldhouwen, schilderen en houtbewerking. We moeten hier ook ons visum verlengen, want we hebben een visum on arrival gehad voor 30 dagen en we blijven 6 weken. Voor de verlenging heb je een speciaal visa bureau nodig en die zitten hier genoeg. Shoppen loont zo blijkt, het eerste kantoor vraagt 1 miljoen roepia p.p en 5 werkdagen. Het tweede kantoor 750.000 roepia en 10 werkdagen en het derde kantoor 500.000 en 4 werkdagen!!! Hetzelfde voor de boot naar Gili Trawangan. Er gaat een snelle boot en een langzame: 2 uur of 10 uur reistijd is het verschil. De prijs 600.000 of 150.000. Een paar kantoren verder hebben we de snelle boot voor 300.000 (25 EUR). Niet moeilijk dus, dat wordt de snelle boot. We verdwalen, nemen een omweg van een half uur extra lopen en we nemen nog wat foto's onderweg, alleen blijkt bij thuiskomst de kaart niet in de camera te zitten!! Lekker slim. Gelukkig is het maar in de buurt, en niet tijdens een tour! Na het ontbijt, wat weer eens een omelet was me van alles erin (knoflook, chilipepers, tomaat: wat is er mis met een omelet van alleen ei???) nemen we de fietsen van het guesthouse, als we dan verdwalen maakt het niet zo uit. Het verkeer is hier ronduit gevaarlijk, echt als je spanning en avontuur zoekt: ga fietsen in Ubud. De auto’s en scooters rijden rakelings langs je, soms raken ze gewoon je stuur, maar ze rijden gelukkig niet hard. We brengen onze paspoorten weg voor de verlenging van de visa en kopiëren onze USB stick om deze op te sturen naar huis. Als we een bakje koffie doen met gebakken banaan met ijs, barst een enorme regenbui los. Da's akelig, in een tentje met Illy koffie en lekkere dingen! 's Avonds weer eens een pizzeria bezocht, heerlijk! Dag 3 in Ubud doen we een tour naar de beroemde rijstvelden, de koffieplantages, een tempel en een berg van waar je mooi uitzicht hebt op de rijstterassen. De rijstterassen zijn geweldig. Bij de koffieplantage hebben ze Luwak koffie, genoemd naar het dier dat een belangrijke rol heeft in het proces. De koffiebes wordt verbouwd op plantages. Hier wordt deze gegeten door de loewak, een civetkatachtige. Het vruchtvlees wordt verteerd, maar de pit blijft intact en passeert het maag-darmkanaal. Door fermentatie krijgt deze zijn geliefde exquise smaak. De pitten worden hierna teruggevonden in de ontlasting van de loewak en vervolgens gewassen. Om de smaak zo veel mogelijk te behouden, worden de pitten meestal licht geroosterd. Aangezien de ontlaste bessen moeilijk te vinden zijn, is de prijs zeer hoog en heeft de koffie een exclusief karakter. Deze koffie is heel speciaal en poepieduur! Een kilo koffie kost 600 euro en van wilde Luwak zelfs 6000 euro! Hier kost een bakje 50.000 roepia, ca. 4 euro. En ja, we hebben geproefd! Eerlijk is eerlijk het was lekkere koffie. We mochten ook alle andere koffie proeven, die was gratis. Na de koffie naar de tempel, waar de hindoes de offers brengen. Daarna nemen ze een bad in het heilige water. Heel apart, ze staan zelfs in de rij. We hebben een uitgebreide lunch met uitzicht op de rijstterrassen. In de middag een tropische bui, een lange, waardoor we de andere tempel niet meer kunnen bezoeken, maar het was een superleuke tour.
Onze gids spreekt heel goed Engels en vertelt ook veel over Bali en Indonesië. Zo koop je hier bijvoorbeeld je rijbewijs, wat natuurlijk het rijgedrag verklaart. De politie heeft hier een heel goed salaris en een makkelijke baan (weinig criminaliteit), maar als je aangehouden wordt vragen ze toch om geld, ook al is er niets mis. Je kunt dan maar beter betalen, anders zoeken ze net zo lang tot ze iets vinden. Dat je geen gordel draagt of geen helm maakt allemaal niet uit. Indonesië kent veel corruptie en ook de politie maakt daar onderdeel van uit. De laatste dag in Ubud schrijven we het reisverslag, verwerken de foto's, doen een massage en luieren nog een beetje. Morgen vertrekken we naar Gili Trawangan, met de boot. Daarna doen we nog Java en zit de tijd er in Indonesië weer op, maar dat is voor het volgende reisverslag!!
Groetjes uit Ubud, Bali
Robin en Ilona
Singapore, de duurste stad ever
17/12 Singapore
Een nieuw land voor 2 dagen, dus een nieuw kort reisverslag. Singapore, het kleinste land van Zuid-Oost Azië is meer een grote stad dan echt een land. Het heeft ca. 5,5 miljoen inwoners. Het is budget-technisch geen stad om lang te blijven. Dit is de duurste stad ever! Een hotel kost al gauw 50 EUR, terwijl een mooi schoon hotel in Melaka of Kuala Lumpur 15 EUR tot 20 EUR kost en dan slapen we in Singapore nog niet eens in het centrum, maar in de rosse buurt, anders is het helemaal onbetaalbaar. We blijven dan ook maar 1 nachtje. Met de bus eerst naar de Maleisische immigratie, voor een stempel dat je het land verlaat. Weer de bus in en verder naar de immigratie van Singapore. Bus weer uit en dit keer alles mee, backpack en tassen. De bus wacht aan de andere kant van de grens. Tenminste....... Als je niet net als ons eruit gepikt wordt en aan de kant op een soort verhoginkje moet wachten op een beambte die je meeneemt naar boven naar kantoor. Drie keer wordt je opgeroepen en moet je zeggen hoe je heet etc. En uiteindelijk mogen we dan toch binnen. Stempel en klaar. Vlug tassen door de scan en naar de bus. Die is dus gewoon vertrokken, had waarschijnlijk geen zin om te wachten. Daar sta je dan aan de grens, zonder Singaporees geld en geen ATM in de buurt! Gelukkig mogen we met een lijnbus een stukje meerijden naar een metrostation waar je ook kunt pinnen. Dat probleem is opgelost, nu de metro nog uitzoeken. Die zit simpel in elkaar en na een flinke wandeltocht met backpack vanaf het metro station kunnen we eindelijk inchecken!! We gooien de tassen in de kamer, frissen ons wat op en gaan in de weinige tijd die we hebben hier zoveel mogelijk proberen te zien. Singapore is superschoon, maar er staan dan ook hoge boetes op afval op straat gooien. Kauwgom is verboden, geen eten of drinken in de metro en probeer niet over te steken waar geen zebra is, hiervoor krijg je ook een boete! Je ziet geen auto's ouder dan 10 jaar. Na 10 jaar moet je gewoon een nieuwe kopen.
We bezoeken Marina Bay, met het Marina Bay Sands hotel met 3 torens, daarop een schip met daarin het beroemde zwembad, op het dak (niet voor ons budget!). Een gigantisch groot winkel-complex met de duurste winkels. Je kunt er opk met een heuse gondel door het winkelcentum varen! De beroemde winkelstraat Orchard Road is helemaal in Kerstsfeer. We dachten in Chinatown uit te komen, maar als we de kaart erbij pakken blijkt dat we totaal deverkeerde kant opgelopen zijn. Onze voeten vallen er bijna af en om 22 uur is het mooi geweest en gaan we terug naar het hotel. Chinatown zien we in Kuala Lumpur wel. Nu zien we pas echt dat het hotel in de hoerenbuurt zit, want ze staan hier echt op straat, zelfs naast het hotel! Morgen terug naar Maleisië: de laatste bestemming daar: Kuala Lumpur! Hopelijk kunnen we nu wel in 1 x door de immigratie! Ons reisverslag van Maleisië volgt morgen!
Groetjes,
Robin en Ilona
Maleisië
Na 6 weken Thailand een nieuwe bestemming: Maleisië. Van Maleisië zullen we alleen de westkant doen, omdat vanwege het regenseizoen (de monsoon), alles aan de oostkust is gesloten voor een maand of 3. Maleisië is een smeltkroes van hoofdzakelijk Chinezen, Indiërs en Maleisiërs. De munteenheid is Ringit, 1 euro is ca. 4 ringit.
De eerste stop is Langkawi, een eiland net voor de kust. In Koh Lipe nemen we de boot. Met de longtail boot wordt je naar de Ferry gebracht om op zee op te stappen. De overtocht duurt ca. 1,5 uur. We krijgen een film te zien. Alleen jammer dat de boot er is voordat de film klaar is..... Het eerste wat je van Langkawi ziet is een standbeeld van een reusachtige adelaar, zo groot als een Boeing 747. Afschuwelijk! Via immigration gaat deze keer heel snel want je hebt geen visum nodig voor Maleisië. Stempel in je paspoort en klaar. Langkawi is een duty free gebied, dus overal, maar dan ook echt overal zie je shopping malls. Het is weer even wennen met nieuw geld en een nieuw land. Het eten is ook weer anders, maar zo lekker. De lekkerste saté, nasi, curries, etc. Voordat we verder gaan naar het eiland Penang bezoeken we nog de skybridge van Langkawi. Om bij de skybridge te komen moet je met een kabelbaan naar het hoogste punt van de bergen. Het uitzicht is schitterend. Als je niet per se voor het strand komt is er op Langkawi niet veel te beleven, vandaar dat we hier maar 2 dagen zijn gebleven. Penang is een eiland dat door een lange brug met het vaste land is verbonden. We verblijven in Georgetown, de hoofdstad.
Ons hostel zit in little India en ligt vlakbij Chinatown en de belangrijkste bezienswaardigheden. Het eten in little India is heerlijk, naan brood, curries, kip. Achteraf horen we dat Penang het lekkerste eten heeft van heel Maleisië. Overal Indiase muziek en Bollywood winkels. Voor het eerst slapen we in een hostel met een gedeelde badkamer. Het is nl vakantietijd in Maleisië, scholen zijn dicht tot einde jaar en dat is te merken met de drukte! Het hostel is een Unesco gebouw dat helemaal gerestaureerd is. Alleen de muren zijn zo dun dat je de buurman hoort snurken!! Boven ons is de dorm room (slaapzaal) en door de houten vloeren hoor je alles. Slecht nachtje dus! De volgende dag mogen we verhuizen naar een kamer op de bovenste verdieping, gelukkig. Georgetown heeft veel gebouwen uit de tijd dat het nog in Engelse handen was, en de bewaarde gebouwen staan op de werelderfgoedlijst van Unesco. Er rijdt een hop on hop off bus langs deze gebouwen. Wij gaan lopen, dan kun je kijken waar je wilt en kun je weg wanneer je wilt. We lopen door Little India, Chinatown en langs de Unesco gebouwen. Overal hawker stalls met het lekkerste eten. De laatste dag gaan we met de bus naar een natuurpark/jungle waar oa een strand is waar schildpadden eieren komen leggen. We nemen de bus die elke 7 minuten komt, lijn 101. Al wat er voorbij komt, 201, 202, 301, 401, maar niet onze bus. Eindelijk na een half uur is de bus daar. Goed voorbereid als we zijn (not), komen we na een busrit van ruim anderhalf uur aan bij het park. We dachten dat het een half uurtje was..... Om bij het strand van de schildpadden te komen moet je eerst een jungle tocht doen van 2,5 uur en daarna terug. Dit kan ook per boot (als je maar betaalt). Hmmm, op teenslippers en slechts een halve liter water een jungle tocht van minstens 2,5 uur? Dacht het niet. Dan maar een stukje de jungle in en weer terug. We hebben niet voor niets 1,5 uur in de bus gezeten. We stappen nog maar net het park/de jungle in en de eerste apen vliegen al boven ons door de bomen. Verder niet veel dieren gezien, maar het is wel heel mooi.
2/12 We vertrekken 's ochtends naar de Cameron Highlands. Deze hoogvlakte (1550 meter boven zeeniveau) staat bekend om de theeplantages en aardbeikwekerijen. Het is niet ver van Georgetown, maar de laatste 60 kilometer telt de weg 600 bochten. En nee dit is geen typefout. Een adembenemende route!! De temperatuur hier ligt tussen 10 en 20 graden. Dat wordt een lange broek aan. En toch mijn spijkerjack niet voor niets meegenomen! Wat zitten die schoenen ineens gek als je al 3 maanden op teenslippers loopt. De grootste theeplantage hier verwerkt jaarlijks 4 miljoen kilo thee, oftewel 5,5 miljoen kopjes per dag. We slapen in een super guesthouse. Het ziet eruit alsof het uit Zwitserland is opgepakt, enkel de sneeuw ontbreekt. We hebben ons eigen balkon, een heerlijk bed, na ongeveer een week op slechte springveer matrassen te hebben geslapen. De eerste dag doen we zelf een trekking. Niet gelijk volle bak, we beginnen met de kortste. De terugweg kom je door Strawberry Village, waar je alles van aardbeien kunt kopen, tot oorwarmers aan toe, echt waar. De aardbeikwekerijen zijn wel landschap vervuilend. Overal plastic tenten in het landschap. Zo lelijk! De volgende dag staat de tour "mossey forest" op het programma. een jungle tocht, bezoek aan een theeplantage en de vlindertuin. Dit laatste hoeft van ons niet zo nodig, maar zit standaard in het programma. Je ziet hier de insecten die we in de jungle gelukkig niet hebben gezien! Reusachtige torren, slangen, schorpioenen en nog veel meer engs. Tijdens de jungletocht ga je ook naar de grootste bloem ter wereld die in de jungle groeit: de Rafflesia. Echt schitterend, zie foto. De theevelden zijn heel mooi om te zien. Maleisiërs werken hier niet, ze halen goedkope krachten uit Bangladesh. De volgende dag hebben we niet zo'n zin in een tour met een hele groep en besluiten zelf een tour te doen met een taxi. Deze kost 25 ringit per uur, nog geen 6 euro. Wat een beetje jammer is, is dat we de langzaamste chauffeur van heel Maleisië hebben. Normaal gesproken rijden ze hier als gekken, maar onze chauffeur gaat bij iedere bocht op de rem tot ie 10 km per uur rijdt en neemt dan voorzichtig de bocht. En in de bergen heb je veel bochten..... Na 2,5 uur houden we het voor gezien, voordat we 'm iets aandoen. Sinterklaas gaat hier compleet langs je heen, die kennen ze hier niet. We denken wel eens aan amandelstaven en pepernoten, maar hé, die zijn er volgend jaar ook weer.
6/12 Het is tijd om de warmte weer op te zoeken, op naar onze volgende bestemming: Taman Negara, ook wel de groene long van Maleisië genoemd. Hier is het oudste tropische regenwoud ter wereld, +/- 150 miljoen jaar oud. Het heeft een oppervlakte van 4343 km² en is een vochtig en grotendeels ondoordringbaar junglegebied. In dit enorme gebied leeft de grootste populatie wilde olifanten van Zuid Oost Azië. Verder ook nog tijgers, luipaarden en neushoorns, maar die laten zich niet zien. Wel de kleinere wilde dieren zoals apen, slangen, wilde katten, reuze hagedissen, tapirs en nog veel meer. De reis er naar toe is ook weer ontzettend mooi. Door bergzaam gebied met tot zover je kunt kijken, palmbomen, voor de palmolie. Maleisië is na Indonesië de grootste exporteur van palmolie. Vanaf Kuala Tembeling ga je verder met de boot naar Kuala Tahan, dwars door de jungle. We zien apen en tropische vogels. De temperatuur is weer als vanouds. We hebben Yellow Guesthouse geboekt, nr. 1 op tripadvisor en lonely planet. Dit zegt waarschijnlijk heel veel over de andere guesthouses! Het is schoon en de kamer is megagroot, maar daar is alles wel mee gezegd! Het guesthouse wordt gerund door 2 vrienden van ca. 60. Geweldige mannen. Om bij de jungle te komen moet je de rivier oversteken per boot. Wij besluiten voor een korte tocht in de jungle te gaan, inclusief de Canopy Walk. Het is zo warm en vochtig in de jungle dat 2 km lopen als 20 voelt! De Canopy Walk, waar je op touwbruggen hoog in de jungle wandelt is ontzettend leuk, maar heel hoog en erg wiebelig. Tijdens de tocht verder de jungle in zien we niet veel dieren. Daarvoor moet je echt diep de jungle in, maar da's niks voor ons. ’s Avonds eet je hier aan de rivier bij de floating restaurants. Na 2 dagen zoeken we de kou weer op. Onze volgende bestemming is Pangkor, een eiland aan de westkust, maar dit is niet in 1 dag te doen. Omdat ons guesthouse in Cameron Highlands zo goed is bevallen besluiten we daar nog een nacht te blijven om dan door te reizen naar Pangkor. Na al die jungle een paar dagen strand, lekker. We lezen vandaag dat het sneeuwt in Nederland! We kunnen er ons echt niets bij voorstellen in ons korte broek bij 35 graden.
9/12 Pangkor, de rit er naar toe doen we met de lijnbus. Eerst naar Ipoh, daar overstappen naar Lumut en dan met de boot naar Pangkor. De eerste bus zat onder de kakkerlakken, en de tweede bus had wat losse onderdelen en een chauffeur die al lang de pensioen gerechtigde leeftijd had bereikt en enorm hard reed, maar we zijn bij de Ferry aangekomen, die maar 20 minuutjes duurde. Ons guesthouse is een oud gerenoveerd winkelpand met een over-enthousiaste eigenaresse! Ze vertelt veel over het eiland en er wordt zelfs een film opgenomen op het moment dat wij er zijn. We zitten niet in het toeristische gedeelte, maar in een dorp waar de vissers leven. Wel hebben we een scooter gehuurd in het eiland te verkennen. De eerste avond eten we op het strand en zien we onderweg 2 grote apen op de elektriciteitskabels. Met onze scooter (inclusief willempie helmpje) toeren we het hele eiland rond. Joyce van ons guesthouse vertelt ons wat we echt moeten zien. We bezoeken eerst de vismarkt, er is net een vangst krabben binnen die met de hand wordt gesorteerd. De vis ligt buiten in het zonnetje te drogen. Verder naar de scheepswerf waar een boot wordt gemaakt van hout, veel handwerk nog. Daarna naar de stranden en "Dutch Fort", wat door Nederland is gebouwd om zich te beschermen tegen piraten en aanvallen van de Maleisiërs. Onderweg zien we apen en een enorme varaan. Ilona schrikt zo van het beest, dat Robin bijna de scooter het bos in stuurt. Er zijn hier veel neushoornvogels, die door een lokale bewoner iedere dag worden gevoerd om 1730 uur. We zorgen dat we er rond die tijd zijn en inderdaad, er komen er steeds meer, wachtend op de elektriciteitsdraden, totdat er eten is: bananen. Ze vliegen rakelings langs je en eten uit je hand. Geweldig om te doen. 14/12 We zakken af naar Melaka, een historische kustplaats doe onder Unesco bescherming staat. Met de bus, en na onze kakkerlakken-expres zijn we toch wat huiverig, maar dat blijkt achteraf niet nodig. Schone bus met ruime stoelen en zoveel beenruimte dat zelfs als we helemaal gestrekt liggen, we met onze teen de stoel voor ons nog niet kunnen raken! Ook in Melaka weer Nederlandse invloeden uit de VOC tijd. Er staat nog een Nederlands hervormde kerk en een Stadthuys. Er is ook in Melaka weer een Chinatown, deze keer heel groot, met een avond markt waar ze dingen verkopen die we echt nooit hebben gezien: oorkaarsen? Eten is uiteraard Chinees. We boeken een busticket naar Singapore en verkennen de stad te voet. Fietstaxi's zijn hier rijkelijk versierd met bloemen en uit de boxen klinkt keihard Gangnam Style. Onze guesthouse eigenaar is een beetje vreemde, een soort ex-militair, maar het guesthouse is dik in orde. Jammer van de moskee 200 meter verderop......... Om 5 uur 's ochtends galt het gebed door het guesthouse. Maar dan kunnen we alvast wennen aan Indonesië, daar schijnt het nog erger te zijn. Voor we de bus naar Singapore nemen doen we nog een boottocht op de grachten van Melaka. We zien nog een enorme varaan die uit het water op de kade kruipt en ontdekken we weer een heerlijk gerecht 's avonds: Laksa, een pikante noedelsoep met garnalen, gekookt ei en heerlijke kruiden. Het reisverslag van Singapore staat in een apart verhaal (ander land).
18/12 Met de bus naar Kuala Lumpur: We zitten in een dubbeldekker, voorin en we hebben massage stoelen. Het kan slechter weten we uit ervaring! De reis neemt iets meer tijd in beslag omdat we een lekke band krijgen. Bij de lokale Profile wordt de band vervangen en kunnen we verder. In KL worden we bij een metrostation gedropt en nemen we de metro naar ons hotel. Lang geleden dat we een heerlijk luxe hotel hebben gehad, maar we blijven hier dan ook 6 dagen. Kuala Lumpur heeft 4 miljoen inwoners, en wat een stad! Heel Westers, met veel shopping malls, en heel veel verkeer! De straat oversteken hier is spelen met je leven! We hebben een druk schema voor KL. De eerste dag staat winkelen op het programma. Voordat je op wereldreis gaat heb je geen idee wat je mee moet nemen. We hebben dan ook een aantal dingen bij die niet handig zijn en vervangen moeten worden. Leve de H&M. Robin's slippers zijn stuk, dus die laten we maken bij de schoenmaker. De was weggebracht en we gaan ook allebei naar de kapper om de dooie puntjes eruit te halen. 's Avonds gaan we naar de Skybar in het Traders hotel om de Petronas Towers by night te zien. De Skybar is uiteraard duur, wat wil je met zo'n uitzicht, maar het is ladies night, dus Ilona kan gratis cocktails drinken. Daarna in Chinatown eten en terug naar het hotel. Donderdag gaan we naar de Elephant Sanctuary, een opvang voor olifanten, waar je ze mag voeden en wassen in de rivier. Door de vele palmolie plantages waarvoor jungle wordt gekapt raken olifanten hun thuis kwijt en vernielen ze de plantages op zoek naar ruimte en eten en vormen ze een gevaar voor de bevolking van de plantages. De Sanctuary spoort ze op en brengt deze olifanten dan naar Taman Negara zodat ze terug in de jungle kunnen. Helaas is het water in de rivier te hoog door het regenseizoen aan de oostkant en mogen wij niet in de rivier, maar het is al leuk om te kijken hoe ze gebadderd worden. We mogen ze wel suikerriet en bananen voeren, en da's ook leuk. We sluiten de dag af bij de Italiaan. Vrijdag naar Chinatown om slippers, een nieuwe USB stick voor de foto's, nieuwe cardreader en naar de apotheek om onze reisapotheek aan te vullen voor Indonesië en de Filipijnen. De winkelcentra zijn hier groot, groter, grootst. Er is er zelfs een met een echte achtbaan. Alles is in kerstsfeer. Zaterdag slapen we eindelijk weer eens uit, daar is het weekend voor, en gaan we 's middags naar de film, Skyfall. We boeken ons ticket Indonesië uit, want om een visum te krijgen moet je een vliegticket het land uit kunnen laten zien.
3/2 verlaten we Indonesië voor de Filipijnen. We boeken ook alvast de camper voor Florida, nu krijgen we nl. nog vroegboek-korting, en dat scheelt toch 250€! Zondag nog een dag luieren, lekker eten en op tijd naar bed, want om 4.30 uur moeten we op het vliegveld staan voor onze vlucht naar Sumatra. We horen alleen maar kerstmuziek in de winkels. Beetje vreemd gevoel, 32 graden, op je teenslippers, korte broek en dan kerstmuziek, voelt gek! verder heb je er geen idee van dat het bijna Kerst is, dat associeer je toch met kou en vroeg donker en met familie. Maar desondanks wensen we iedereen een hele fijne Kerst en een goed uiteinde toe! Wij vieren Kerst in Indonesië in het Orang Oetan reservaat op Sumatra en oud en nieuw zitten we bij het grootste meer van Zuid-Oost Azië. Het zal een bijzondere Kerst & Oud en Nieuw worden! Het volgende reisverslag komt uit Indonesië!
Groetjes,
Robin en Ilona
Thailand, eilanden in de Andaman Zee
Voordat jullie beginnen met lezen even een waarschuwing. Het kan zijn dat enig gevoel van jaloezie zich van je meester maakt: we hebben nl heerlijke bounty stranden/eilanden bezocht, ons Robinson Crusoe gevoeld en heerlijk genoten van alles wat Zon, zee en strand bieden! Het is niet dat we jullie de ogen uit willen steken, het is gewoon een verslag van hoe het is hier, de werkelijkheid. Je bent gewaarschuwd.....
6/11
Na een heerlijke bounty strand ervaring van 5 dagen op Koh Phagnan zijn we met de boot terug gegaan naar het vaste land om van daaruit met de bus naar de westkust naar Krabi te reizen. Krabi is een kustplaats waar alle boten vertrekken naar de eilanden in de Andaman zee, ten westen van Thailand. Het was wel leuk om weer even op het vaste land te zijn, ondanks dat Krabi erg toeristisch is. Op de eerste avond gingen we na het eten nog ergens iets drinken. We kregen de kaart en wat stond er ook op? Frikadellen,bitterballen, snert, Douwe Egberts koffie.... We kwamen even in de verleiding, maar hebben het niet gedaan. Dat kunnen we thuis nog genoeg doen. Het hielp ook wel dat het niet echt goedkoop was. 10 EUR voor bitterballen?? Daar kun je hier gemakkelijk met z'n tweeën van eten en drinken. Na twee dagen vasteland naar de eilanden. Ons eerste eiland is Koh Phi Phi Don, om vandaar uit Koh Phi Phi Le te doen. Op Koh Phi Phi heeft de tsunami in 2004 veel verwoest. We spraken met een vrouw die vertelde dat de eerste golf van de tsunami niet zo erg was. De mensen die naar hogerop waren gevlucht dachten dat ze wel weer terug konden, dat het gevaar geweken was, maar toen kwam de tweede allesvernietigende golf. Deze heeft de meeste slachtoffers geëist. Ze vertelde ook dat het eiland voor de tsunami veel rustiger was, niet zo druk bezocht, en niet zo vol gebouwd. Nu komen er veel mensen enkel om te feesten en "slechte" dingen te doen (lees Marihuana roken) en daar hebben ze best moeite mee. Het eiland is ook enorm druk. Boten spugen om de paar uur ladingen toeristen uit. Er zijn veel winkeltjes, restaurantjes en barretjes en het ziet er best leuk uit, maar ook wij vinden het wat druk. We zijn hier maar 2 dagen gebleven, en 1 ervan zijn we naar Koh Phi Phi Le geweest, het eiland waar de film "the beach" is opgenomen. Maya Bay, waar een deel van de film is gemaakt, is over-toeristisch. De mooie baai wordt overspoeld met speedboten met dagjesmensen die uit Phuket en Samui komen. Weinig idyllisch aan...... Maar aan de andere kant ligt Philey lagoon, waar de speedboten niet komen en het heel stil en sereen is. In een woord geweldig.Het water is zo blauw dat het zeer doet aan je ogen en zo helder, kijk maar maar de foto's. De namen van de locaties hebben we achteraf moeten opzoeken, want onze longtail boot kapitein sprak natuurlijk weer zeer beperkt Engels! Phi Phi is echt een eiland waar veel gefeest wordt, dat kun je ook een beetje aan het publiek zien. Wel grappig. Er rijden ook geen auto's, enkel fietsen en ze vervoeren alles met karren door de smalle straatjes.
8/11
Na 2 dagen op naar het volgende eiland: Koh Lanta is een groter eiland, dat uit twee gedeeltes bestaat: Koh Lanta en Koh Lanta Yoi. Als we aankomen met de boot hangt er een dreigende lucht. We zijn net van de boot af, hebben ons een weg gebaand door de taxichauffeurs en de hotelaanbieders die alle toeristen aanklampen om hun taxi of hotel aan te bieden, als de regen en het onweer losbarst. Wat een welkom! Voordat het hier begint te regenen begint het altijd eerst heel onheilspellend te waaien, heel typisch. Wachten tot de bui over is de enige optie. Dit duurt gelukkig nooit lang, max een kwartiertje en dan schijnt de zon weer. Koh Lanta is een eiland met aan 1 zijde alle stranden en resorts. Best een groot eiland, maar je kunt niet overal komen simpelweg omdat er niet overal wegen zijn. De eerste dag geluierd op het strand, de tweede dag hebben we een scooter gehuurd om het eiland te verkennen. We zijn inmiddels gewend dat er in Thailand links wordt gereden, dus we durven het aan. Het voelt een beetje tegennatuurlijk om aan de andere kant te rijden. We rijden eerst naar de pier om vandaar uit langs de hele kust te rijden. Het ene resort na het andere, met daar tussen kleine restaurantjes gepropt. Op de weg terug 's middags komen we langs een echte Griek en kunnen we de verleiding niet weerstaan. We eten een echt Grieks broodje Gyros en een Griekse salade met feta en olijven! De eigenaar is 3 jaar geleden uit Griekenland vertrokken omdat het daar te slecht ging, hij had weinig goeds over de Grieken. Naast het restaurant probeert hij Ouzo te importeren, maar hij zei wel dat je altijd zelf moest controleren, je kunt niks overlaten aan de bevolking, dan komt het niet goed. Als we weg gaan bij het restaurant kleurt de lucht pikzwart, dat belooft niet veel goeds. We crossen terug naar het resort en redden het net voordat het onweer losbarst. Vanaf ons terras zien we mensen voorbij komen (of voorbij zwemmen) die minder geluk hadden!
12/11
Na 4 dagen is het weer tijd voor een nieuw eiland: Koh Ngai. De boottocht duurt ca. 1 uur en gaat het eerste stuk
door een soort mangrove, daarna op open zee naar het eiland. De boottochten tussen de eilanden zijn heerlijk, op dek zodat je alles kunt zien, zonnetje en wind zodat het nooit te warm is. Als we bij Ngai aankomen blijkt er geen pier te zijn. De bootjes van de hotels komen naar de ferry en dit bootje brengt je naar het strand bij het hotel. Het laatste stukje door het water dus. Het eiland kent niet veel hotels (7) en is voor ons budget vrij prijzig. Gelukkig is het niet druk en kunnen we onderhandelen over de kamerprijs. Omdat we 4 nachten blijven krijgen we korting. We hebben de goedkoopste kamer, die dan nog steeds de duurste is die we tot nu toe hebben gehad. Om je een beetje te "straffen" dat je de goedkoopste kamer hebt, is je uitzicht vanaf het terras een soort Berlijnse muur waar je tegen aan kijkt en van de zee en het strand weg gedraaid! Dat maakt niet uit want als je 25 meter de andere kant op loopt sta je op het strand waar het uitzicht onbetaalbaar is. Verder zijn de kamers in orde, airco, grote badkamer en een ontbijt zowat op het strand. Er zijn hier ook beach bungalows te huur, met zeezicht en een eigen zwembadje. Prijs 375 euro per nacht!!! Er is er dan ook geen een bezet. Wondering why!?
16/11
Na 4 dagen Koh Lanta, door naar het volgende eiland: Koh Kradan. Kradan is een klein eiland zonder wegen (alles gaat via het strand) en winkels. Zelfs geen geldautomaat. Het telt 8 kleine resortjes. Dit eiland staat onder bescherming van het National Park. Het snorkelen moet geweldig zijn. We worden bij ons hotel opgehaald met een klein motorbootje, die ons naar de ferry brengt. Nog maar net aan boord en een stukje te hebben gevaren, gooien ze midden op zee het anker uit en doet iedereen z'n duikbril en snorkel op. Een half uur wordt er gezegd. Dan sta je daar. Goed, wij vinden het prima op de boot. Na een half uur als iedereen weer aan boord is gaat de ferry verder.......... Naar de volgende snorkellocatie. Wat blijkt, ze hebben de veerdienst gecombineerd met de 4 eilanden tour. De tour doet 2 snorkellocaties aan en verschillende eilanden. Echt iets om te combineren met een ferry dienst, die ze ook nog high speed noemen. Dat kan alleen hier in Thailand. We hebben er flink om gelachen en na nog een stop bij Koh Mook, kwamen we op Koh Kradan. Ook hier weer geen pier, dus via het water naar de kant. Het valt niet mee met je backpack via het trappetje van de boot af te komen en het droog te houden. Via het strand naar ons resortje gelopen, met een paar hindernissen. Omdat het hoog water is moeten we een zij-armpje van de zee door, alleen het water komt tot ver boven je middel. Met een backpack die je droog wil houden.... Maar er komt iemand met een kano die onze spullen droog naar de andere kant brengt. Wij moeten door het water. Dan maar broek uit, en er in. Als ik aan de andere kant ben, mag Robin in de kano! Het resortje ligt wat verder en is echt een paradijsje. 17 bungalows aan het strand met een, jawel, Italiaans restaurant. De eigenaren zijn nl. Italiaans. De eigenaar komt uit zee gelopen om ons welkom te heten, wat een leven! We drinken wat en Luigi en Mario vermaken ons met verhalen. Ze vertellen over het vissen, wat ze iedere week doen met een gehuurde boot. Koningsmakreel, baracuda, zeilvis. Robin is enthousiast en vertelt dat ie op vakantie ook graag vist op zee. Dan nodigt Mario ons uit voor het diner, ze hebben nl een grote vis gevangen en die wordt 's avonds lekker klaargemaakt. Robin moet even slikken, maar we vinden het zo aardig dat we uitgenodigd worden dat ie niet zegt dat ie geen vis lust....... Die pizza of pasta waar we zo naar hadden uitgekeken moet dan maar een dagje wachten. Om zeven uur komt ie ons halen omdat de vis klaar is. Het is heerlijk, en Robin vindt het best meevallen. 's avonds in onze bungalow hoor je de geluiden uit de jungle die achter het huisje ligt en barst een hevig onweer los. De volgende ochtend schijnt de zon weer genadeloos! Na het ontbijt komt Luigi ons zeggen dat we ook kano’s kunnen gebruiken om jet eiland rond te te kanoën. En vraagt ondertussen of we vanavond mee eten. Spaghetti, vers gemaakt, en bruchetta. Daar hoeven we niet lang over te denken. Hij belooft ons ook mee te nemen naar de andere kant van het eiland, dwars door de jungle, voor de zonsondergang. Only for special guests!
De een na laatste dag besluiten we in een moment van verstandsverbijstering dat het tijd is voor wat lichamelijke inspanning, na 4 dagen hangmatten, lezen en zwemmen. We besluiten te gaan kayakken, het eiland rond. Volgens Luigi is het goed te doen en niet ver. Nou, we weten nu dat het wel ver is en helemaal niet goed te doen! Aan de andere kant van het eiland is de stroming nl behoorlijk sterk en hebben we de stroming ook tegen. Tot overmaat van ramp begint het ook nog te onweren en te plenzen. Als we eindelijk de bocht om zijn, blijkt het nog heel ver. De golfslag zorgt ervoor dat de kayak ook nog omslaat!! Gelukkig is het niet diep en kunnen we staan, maar ver voordat we er zijn is ons humeur als het weer! Na 4,5 uur (!!!) zijn we er eindelijk, met de blaren op onze handen. Dit doen we dus NOOIT meer. We waren gewoon vergeten dat wij kayakken nl helemaal niet leuk vinden! Maar na een douche en wat in onze hangmatten te hebben gelezen zijn we het drama al vergeten. De volgende dag bijkomen van het kayak avontuur en weer heerlijk geluierd en gesnorkeld. Een baracuda gezien, en Nemo! Omdat het onze laatste avond is kookt Luigi weer voor ons. We gaan dit nog missen als we op Koh Lipe zitten, alhoewel, daar zijn meer restaurantjes en winkeltjes, waaronder een delicatessenwinkel met feta, olijven en Gouda kaas!
16/11
We zijn met de speedboat naar Koh Lipe gegaan ipv met de ferry. De speedboat is 2 x zo snel en veel goedkoper, we snappen nog steeds niet hoe dat kan, maar dat doet er niet toe. In 1,5 uur in een omgeving als uit een brochure, kom je aan op Lipe, dat wil zeggen je wordt op een vlot gedumpt zo'n 250 meter van het strand. Daar sta je dan met 20 man op een vlot van 5 x 5. Maar dan komen ze aanvaren met longtail boten en die brengen je naar het strand. Daar moet je in een andere longtail boot, die brengt je naar je accommodatie. De hut die we deze keer hebben is schoon, maar de badkamer laat wat te wensen over. Deels open zodat de muggen vrij spel hebben als je onder de douche staat. Het resort heeft een restaurant aan het strand waar iedere avond de BBQ aan gaat. We zitten ook niet ver van walking street, waar alle restaurantjes en winkeltjes zitten. We boeken de boot naar Maleisië en een snorkeltour naar het national park. Op Koh Lipe hebben ze een beetje een honden probleem. Er zijn bijna net zoveel honden als toeristen, echt overal waar je kijkt zie je honden.
Dag 2: tijd voor Goudse kaas en feta. Het ligt een eindje uit de loop, maar we voor Goudse kaas hebben we dat wel over. Deels door de jungle komen we langs Jack's Jungle waar we een ijskoffie nemen om een beetje af te koelen. Onderweg komen we langs het Porn resort (?!) en eindelijk het kaaswinkeltje. DICHT!!!!
De 4e dag hebben we de snorkeltour. De dag ervoor regende het 's ochtends pijpenstelen. Wij blij dat we de dag er na hadden geboekt! Met nog 3 andere koppels uit Canada en Australië en Engeland op de longtail boot, naar 4 snorkel locaties. Na de eerste snorkel stop wordt de lucht dreigend en ja hoor: regen (bad karma)! Maar in tegenstelling tot wat we dachten doet het niets af aan het zicht onder water, het is alleen een beetje koud op de boot met de regen en de wind. We hebben zulke mooie dingen gezien: lion fish, 2 stuks, enorme blauwe zeesterren, nemoen heel veel mooie anemonen. Totaal verkleumd terug aan land waar ons een heerlijke koude douche wacht! Warm water is nl niet van zelfsprekend en enkel de duurdere resorts hebben warm water. 's avonds hebben we met het gezelschap van de boot een borrel gedaan op het strand.
Direct een slaapplaats in Australië aangeboden gekregen, zij neemt ons mee zeilen naar de Whitsunday Islands, en een slaapplek in Vancouver al we ooit nog eens naar Canada willen. Het is al weer onze een na laatste dag in Thailand! Morgen nog een dagje strand en dinsdag gaan we met de boot naar Langkawi, Maleisië. We hebben enorm genoten van Thailand, zowel het vaste land als de eilanden. zoals je zult zien aan de foto's hebben we weinig gedaan, op de eilanden kun je ook niet veel anders dan relaxen. Straks op het vaste land weer wat meer actie!
Favoriete uitspraken van Thaise mensen:
- no, don't have
- today no good
- finished, sorry
- more beer?
- same same but different
- you like spicy?
Ons volgende verslag komt dus vanuit Maleisië!
Wil je ons rechtstreeks mailen? Dat kan op
robinenilonaopwereldreis@gmail.com. Altijd leuk om mails
te ontvangen!
Groetjes, Robin en Ilona